9411
eventuele toeslag wegens vernieuwingen, verbeteringen en
groter brandgevaar.
Zouden partijen een hoger percentage overeenkomen dan
geoorloofd is en de huurprijs dus het wettelijk toegestane
bedrag overschrijden, dan geldt automatisch als huurprijs de
wettelijk geoorloofde.
Ook hier wordt het percentage waarmede de kale huur
prijs in onderling overleg mag worden verhoogd bepaald
door de klasse, waarin de Gemeente of hef gedeelte van
de Gemeente, waarbinnen het bedrijfspand is gelegen, door
de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting is ge
rangschikt.
Kunnen partijen niet tot overeenstemming geraken, dan
geldt hetgeen in dit verband hiervoor onder I. bij onge
bouwd onroerend goed is gezegd.
III. Gebouwd onroerend goed (woningen en bedrijfspan
den) zonder Rijkssteun tot stand gekomen op of na 27 De
cember 1940 doch vóór 5 Mei 1945.
Op 1 Januari 1951 viel deze categorie niet onder de door
de Huurwet voorgeschreven huurverhoging. Bij Ministeriële
Beschikking konden echter de huurprijzen voor deze cate
gorie om bijzondere redenen worden verhoogd. Is zulks
vóór 1 Januari 1954 geschied, dan geldt mef ingang van
1 Januari 1954 voor deze categorie een zelfde huurprijsrege
ling als hiervoor onder II is weergegeven voor vooroorlogse
woningen en bedrijfspanden.
Zijn de huurprijzen echter in de periode van 1 Januari
1951 tof 1 Januari 1954 niet bij Ministeriële Beschikking ver
hoogd dan gelden ook nu nog de huurprijzen van 31 De
cember 1953. De Minister van Wederopbouw en Volkshuis
vesting kan echter deze huurprijzen te allen tijde op een
hoger niveau brengen. Dit niveau kan nimmer hoger zijn dan
het met ingang van 1 Januari 1954 voor vooroorlogse wo
ningen en bedrijfspanden vastgestelde huurprijzenpeil.
IV. Gebouwd onroerend goed (woningen en bedrijfspan
den) zonder Rijkssteun tot stand gekomen op of na 5 Mei
1945.
Voor deze categorie, de zgn. vrije sector, geldt het be
ginsel van de vrije huurprijsvorming. Partijen zijn bij het