9410 II. Vóór 27 December 1940 tot stand gekomen gebouwd onroerend goed, het zgn. vooroorlogs onroerend goed. Hierbij moet men een onderscheid maken in woningen en gebouwd onroerend goed, niet zijnde woningen, verder aan geduid als bedrijfspanden. Onder woningen .wordt in dit onderdeel verstaan: 1. een gebouw, dat in zijn geheel een zelfstandige woning vormt; 2. een gedeelte van een gebouw, indien dit gedeelte een zelfstandige woning vormt; 3. een gebouw, waarvan meer dan 60% van het totale vloeroppervlak als woning wordt gebezigd zonder dat hierbij sprake is van een zelfstandige woning; een win kelwoning wordt echter, ook al beslaat zij meer dan 60% van het totale vloeroppervlak, nooit als woning aange merkt. Onder bedrijfspand wordt ten deze verstaan: 1. Een gebouw of een gedeelte daarvan, hetwelk niet een zelfstandige woning vormt; 2. Een gebouw welks totale vloeroppervlak voor 60% of minder als woning wordt gebezigd; 3. Een winkelwoning. De huurprijs van vooroorlogse woningen bedraagt met ingang van 1 Januari 1954 de op 31 December 1953 gel dende kale huurprijs 17, 20, 23, 26 of 29% over die kale huurprijs de eventuele toeslag wegens vernieuwingen, verbeteringen en groter brandgevaar. Met welk van even- genoemde percentages de kale huurprijs is verhoogd hangt af van de klasse waarin de Gemeente of het gedeelte van de Gemeente, waarbinnen de woning is gelegen, door de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting is gerang schikt. De huurprijs van vooroorlogse bedrijfspanden is nief au tomatisch verhoogd. Partijen kunnen echter bij nadere over eenkomst de op 31 December 1953 geldende kale huurprijs verhogen, echter met niet meer dan 17, 20, 23, 26 of 29%. De huurprijs van deze bedrijfspanden kan dus nooit meer bedragen dan de op 31 December 1953 geldende kale huur prijs 17, 20, 23, 26 of 29% over die kale huurprijs een

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 26