9408 4. Indien een onroerend goed op 31 December 1953 nief was verhuurd dan geldt als huurprijs op 31 December 1953 die van een vergelijkbaar onroerend goed. 5. Evenals zulks op 1 Januari 1951 het geval was, heett ook de huurverhoging op 1 Januari 1954 automatische toepassing gevonden. De bestaande huurovereenkomsten zijn dus op evengemelde datum voor zoveel de huur prijs betreft door de wet doorbroken. Het is echter par tijen wel geoorloofd een lagere huurprijs dan de wette lijk toegestane over een te komen. Een hogere huurprijs mag uiteraard niet worden overeengekomen en hetgeen meer is bedongen dan wettelijk geoorloofd is, is dus niet verschuldigd en niet invorderbaar. Heeft men meer huur betaald dan wettelijk geoorloofd was, dan kan in begin sel het teveel betaalde worden teruggevorderd. 6. Voor inwoning mag met ingang van 1 Januari 1954 geen extra-verhoging meer worden gevraagd. Deze extra-ver hoging is op 1 Januari 1954 bij bestaande huurovereen komsten ook automatisch vervallen. Zij mag bij nieuwe huurovereenkomsten niet meer worden bedongen. 7. Het begrip kale huurprijs. Behalve de thans vervallen toeslag voor meervoudige bewoning was en is ook thans nog een zekere verhoging geoorloofd voor vernieuwin gen en verbeteringen, waardoor bij woningen het woon- gerief en bij bedrijfsruimten de gebruikswaarde geachf mag worden te zijn gestegen alsmede voor de vergro ting van het brandgevaar. Onder de kale huurprijs wordt in dit artikel verstaan de op 31 December 1953 geldende huurprijs verminderd met evengemelde toeslagen. 8. Mei Rijkssteun wordt in het navolgende bedoeld hetzij a. een financiële tegemoetkoming in de bouwkosten boven de Rijksbijdrage terzake van oorlogsschade, hetzij b. een financiële tegemoetkoming in de bouwkosten op grond van de Financieringsregelingen respectievelijk Premieregelingen Woningbouw 1947, 1948, 1950 en 1953 hetzij c. een financiële tegemoetkoming in de bouwkosten op grond van de Bijdragebeschikkingen Woningwetwo ningen 1948 en 1950.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 24