Artikel 6.
Artikel 7.
9403
Artikel 5.
1. De hoogst toelaatbare tegenpraestatie voor bij een
tuinderij behorende woningen en andere opstallen wordt be
paald op de voet van het gestelde in de volgende leden.
2. De hoogst toelaatbare tegenpraestatie voor de woning
wordt bepaald door de huurwaarde, berekend naar de huur
prijs, welke ingevolge de Huurwet zou zijn toegelaten, te
vermenigvuldigen met een tactor op de voet van het be
paalde in artikel 4, derde lid onder a.
3. De hoogst toelaatbare tegenpraestatie voor glasop
standen wordt bepaald door de vervangingswaarde, ver
minderd met de afschrijving.
4. Voor de overige opstallen wordt de gebruikswaarde
in aanmerking genomen.
Bij de bepaling van de hoogst toelaatbare tegenpraes
tatie voor de bij een landbouwbedrijf behorende erven en
andere gronden met inbegrip van de zich daarop bevindende
houtopstanden wordt de gebruikswaarde in aanmerking ge
nomen.
De hoogst toelaatbare tegenpraestatie, welke voor een
zakelijk recht, als bedoeld in artikel 1 van de Wet, ver
schuldigd is, wordt afgeleid van de hoogst toelaatbare
tegenpraestatie, als berekend overeenkomstig het bepaalde
in de artikelen 26.
Artikel 8.
Onze Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoor
ziening stelt een formulier vast, dat voor de beoordeling van
de hoogst toelaatbare tegenpraestatie door de Grondkamer
wordt gebezigd.
2. De pachtnormen.
Artikel 9.
Als grondslag voor de door de Grondkamers inge
volge artikel 7 van de Wet vast te stellen normen voor