9401 Algemene regelen ter bepaling van de hoogst toelaatbare prijs voor landbouwgronden. 1. De bepaling van de koopwaarde. Artikel 1. Dit besluit verstaat onder „Wet": Wet op de vervreem ding van landbouwgronden. Artikel 2. 1. De hoogst toelaatbare tegenpraesfat'e voor los land of land zonder de daarbij behorende woningen en andere opstallen wordt bepaald door kapitalisatie van de netto pachtwaarde. 2. Als netto pachtwaarde wordt aangemerkt de door de Grondkamer geschatte pachtwaarde, verminderd met de las ten, welke op de grond drukken. 3. De schatting van de pachtwaarde oescfvedt oo de grondslag van de door de Grondkamer met inachtneming van artikel 9 vast te stellen normen. 4. Voor de kapitalisat'e wordt voor bouw- en orasland uitgegaan van een renteoercentaqe van 3; de Grondkamer is bevoegd naar aelang van de omstandiaheden van dit rente-percentaoe af te wijken, met dien verstande, dat dit, behoudens in bijzondere aevallen. n:et lager wordt vastge steld dan op 2% en niet hoger dan 334- 5. Voor de kapitalisatie wordt voor tuinland uitoegaan van een rente-percentage van 5; de Grondkamer is bevoegd naar gelang van omstandigheden van dit rente-percentaqe af te wijken, met dien verstande, dat dit, behoudens in bijzon dere gevallen niet lager wordt vastgesteld dan op 4^ en niet hoger dan 5}/2 6. Indien de Grondkamer van oordeel is, dat de moge lijkheid, dat bouw- of grasland de bestemming als tuingrond zal verkrijgen, de waarde mede bepaalt, is zij bevoegd bij de bepaling van de hoogst toelaatbare tegenpraestatie daar mede rekening te houden, met dien verstande, dat deze niet op een gelijk of hoger bedrag wordt bepaald dan uit de toepassing van het vijfde lid zou voortvloeien.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1954 | | pagina 17