9395
willen vaststellen, moeten we echter even terug naar de
vóórgeschiedenis en we zouden in dit geval onze terugblik
willen laten gaan over de jaren 1951 en 1952. We zien dan
op wel zéér merkwaardige wijze de wisselwerking, die er
in deze jaren heeft bestaan tussen deviezenpositie, binnen
landse geldcirculatie, geldbehoefte van de overheidsorga
nen en algemene rentestand (en uiteraard de beurskoersen)-
Bij de bestaande reglementeringen op deviezengebied,
die ondanks de verzachtingen van de laatste tijd in wezen
nog niet veel zijn veranderd, geeft het verloop van onze
deviezenpositie ook zeer scherp hef verloop van onze bin
nenlandse geldhoeveelheid weer. Een tekort in ons totale
goederen-, diensten- en kapitaalverkeer met het buitenland
betekent, dat het nadelige deviezenverschil via de devie-
zenbanken bij De Nederlandsche Bank wordt aangekocht
tegen betaling in guldens; de deviezenvoorraad en de bin
nenlandse geldcirculatie verminderen daarmee dus gelijk
tijdig. Een deviezenoverschot leidt op dezelfde wijze ge-
lijkfijdiq tot stijainq van onze deviezenvoorraad en van de
binnenlandse geldhoeveelheid.
Bezien vanuit deviezenoogpunt was 1951 bijna een ramp
jaar voor ons aeworden; in het midden van dat jaar was
onze deviezenreserve ineenoeschrompeld tot een minimum,
waarbij een redelijk functioneren van ons internationaal be
talingsverkeer bijna niet meer moaelijk was. Tegelijkertijd
was ook de binnenlandse geldhoeveelheid teruggelopen;
het renteniveau was gestegen en de beurskoersen waren
gedaald (onze lezers herinneren zich wel Augustus 1951,
toen de 3% Staatsleningen rond 80°/o noteerden, hü welke
koers men dan een rendement maakte van ruim 4K°M- Het
was de tiid van intensieve spaarorooaoanda en van nieuwe
spaarmethoden. De vraag naar leenkaoitaal overheerste het
aanbod en aan die vraoerszijde vond men zeer sterk ver
tegenwoordigd de lagere overheidsorganen, met name de
gemeenten, die grote sommen nodig hadden voor de finan
ciering van hun woningbouwprojecten. Waar we toen met
ons renteniveau zouden ziin beland, indien toen niet dat
renfeoamma van Financiën had gegolden, valt niet te zeg
gen, maar wel herinneren we ons uit die tijd, die al zo ver,