9350
daarvan in absolute bedragen (zij stegen van 1946 tot 1952
van 12 tot 20 millioen) nog slechts 5%> van de toever
trouwde gelden. In verhouding tot de uitstaande credieten
en voorschotten bedroegen de reserves van de boerenleen
banken in 1938 22%, op het einde van 1952 nog slechts
13% van de uitstaande credieten en voorschotten.
Binnen het kader van een politiek, die op consolidatie is
gericht, behoort voor zeker ook, dat wat betreft de reserves
van de boerenleenbanken wordt gestreefd naar het herstel
van de vroegere verhoudingen. Een voorzichtige bedrijfs- en
rentepolitiek dient daarop te zijn afgestemd. Laten onze be
heerders eens nagaan, indien zij een begroting van de voor
1954 te verwachten bedrijfsresultaten opstellen, of de exploi
tatie van de boerenleenbank oplevert een netto batig saldo
van tenminste 34% van de balanstelling. Een boerenleen
bank derhalve met een balanstelling van 1 millioen zou in
deze gedachtengang een exploitatie-resultaat moeten ople
veren, waarbij met een netto batig saldo wordt gesloten van
tenminste 2.500,
3. Tenslotte dienen beheerders en kassiers in alle opzich
ten hun functies zodanig uit te oefenen, dat zij daardoor bij
dragen tot een versterking van het vertrouwen in de boeren
leenbank. Hiertoe is in de eerste plaats vereist een absoluut
zakelijke verhouding in het verkeer tussen beheerders en
kassier, zo dikwijls het gaat om de behartiging van de zaken
der boerenleenbank. Dit betreft met name de uitoefening
door de beheerders van hun zo belangrijke controlerende
taak. In deze zijn de geregelde kascontroles, zoals deze door
statuten en reglementen zijn voorgeschreven, alsmede de
jaarlijkse boekjescontröle van niet te onderschatten beteke
nis. Dezer dagen is nog weer eens opnieuw onder de aan
dacht gebracht van beheerders en kassiers hoe deze controle
dient te worden uitgeoefend, opdat zij werkelijk steekhou
dend zij. Hierbij gaat het geenszins om wantrouwen jegens
de kassiers, doch uitsluitend om de handhaving van een za
kelijke sfeer bij de boerenleenbank waarin de waarborg is
gelegen, dat de zaken bij de boerenleenbank steeds in orde
zullen zijn. Laten we toch ervoor zorgen, dat door de z.g.
plattelands gemoedelijkheid niet de dijken worden onder-