9376
de grootste aandacht schenken aan het actuele archiet. Dit
leeft en dit moeten wij direct en zonder veel zoeken kunnen
raadplegen. Het mag niet te ingewikkeld zijn en moet toch,
vanwege zijn verscheidenheid, uiteenvallen in verschillende
richtingen, zijwegen en zijstraten, vanwaar uit men gemak
kelijk weer het centrale punt kan vinden. Hier kunnen enve
loppen geen uitkomst bieden en dossiers ook niet. De boe
renleenbankadministratie leent zich niet voor dossiers. Wij
zijn dus voornamelijk aangewezen op de ordner en kunnen
hierin een, zij het beperkte, variatie en spreiding zoeken, die
ons voldoet en tevens de Centrale Bank en een eventuele
opvolger-kassier niet voor problemen plaatst. Natuurlijk zal
onderscheid moeten worden gemaakt tussen kleine en grote
banken.
Hoe stellen we ons nu de overgang van het actuele naar
het dode archief voor? Laten we eerst vaststellen, dat we bij
voorkeur niets wegdoen. Er kan toch, al is er een ruimfetekort
in vele woningen, nog wel ruimte gevonden worden voor
enkele kisten, waar men de afgedane papieren in opbergt,
na ze uit de ordners verwijderd te hebben en gebundeld
(met aantekening van inhoud). Het is immers, ook volgens de
wet, noodzakelijk dat men stukken betrekking hebbende op
de boekhouding, 10 jaar bewaart. Wij zijn ervoor om alles
zo lang mogelijk te bewaren, in elk geval veel langer dan
10 jaren.
Om de systematiek van het actuele archief op het dode
toe te passen, lijkt ons teveel van het goede. Dat men een
balans van vóór 20 jaren direct weet te grijpen, accoord,
maar ditzelfde toepassen op correspondentie, kwitanties e.d.
brengt toch nogal een ingewikkelde regeling met zich. Hierin
zal men naar eigen inzicht de mate van belangrijkheid van
het archiefstuk dienen te onderscheiden.
De collega van Megen, die een punctueel man schijnt te
zijn, overschat, naar wij menen, de punctualiteit van de meeste
kassiers. Zijn idee is goed, voor wie met ernst en liefde aan
de opbouw van een archief wil beginnen en het door dik en
dun volhoudt. Wij menen, dat de bijval met zijn voorstel ge
ring zal zijn, al zouden wij het toejuichen dat er gunstig op
werd gereageerd. Dan zou daarbij de kerk in het midden
latend misschien nog iets bruikbaars uit de bus kunnen
komen. Maar, en hier willen wij ook gaarne even een latijns