9346 DE CURSUS IN HET OUDE JAAR. Het oude jaar hebben wij uitgeluid met de wintercursus 1953, die voor de rondreizende Directie en Inspectie begun stigd werd door voorjaarsweer. De cursus muntte uit door aangename en dikwijls diepgaande gedachtenwisselingen, waarin beheerders en kassiers enerzijds, en vertegenwoordi gers van de Centrale Bank anderzijds de nodige lering kon den opdoen. In de inleiding van de Directie werd het devies uitgegeven: na de jaren van reorganisatie staan wij nu voor de consoli datie. De jaren van reorganisatie werden gesteld in het licht van de overrompelende ontwikkeling van het spaar- en lopende- rekeningverkeer alsmede van de crediet- en voorschotver lening. Van 1940 tot 1952 gaven de spaargelden een zoda nige stijging te zien, dat het totaal bedrag daarvan op ultimo 1952 het vijtvoud beliep van de in 1940 aan de boerenleen banken toevertrouwde spaargelden. De omzet op lopende rekening was in 1952 bij de aangesloten boerenleenbanken 30 maal zo groot als in 1940. Het bedrag aan uitstaande credieten en voorschotten was op het einde van 1952 drie maal zo groot als in 1940 en zo kunnen wij doorgaan. Voor de verschillende cijfers, waaruit deze bijna stormachtige ont wikkeling blijkt, verwijzen wij opnieuw naar het artikel van Drs. J. de Regt, medewerker van het Landbouw-Economisch Instituut, dat wij aan onze boerenleenbanken hebben toege zonden en waarvan wij een korte samenvatting hebben ge geven in de Maandelijkse Mededelingen van October 1953. De geschetste ontwikkeling maakte op verschillende pun ten een reorganisatie noodzakelijk van de bedrijfsvoering en van de inrichting der boerenleenbanken. Alnaargelang de geblokkeerde gelden werden weggetrokken en in feite wer den omgezet in hoogrentend spaargeld, moesten de beleg gingen zowel van de boerenleenbanken als van de Cen trale Bank daaraan worden aangepast. Met betrekking tot dit punt was van veel belang, dat het uitstaande bedrag aan credieten en voorschotten der boerenleenbanken, dat in 1944

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 2