9313 LANDBOUW-ECONOMISCH NIEUWS Melkprijsbeleid November 1953 - November 1954. Op hef moment, dat dit geschreven wordt, is nog niets be kend over een beslissing van de Regering omtrent hef melk- prijsbeleid voor hef reeds begonnen melkjaar 1953-'54. Mis schien komt deze beslissing spoedig af, maar het kan ook zijn, dat pas na de terugkeer van Minister Mansholt uit Rome de Ministerraad zijn standpunt bepaalt. Intussen is het standpunt van de Stichting voor de Land bouw gepubliceerd. In hoofdzaken komt dit voorstel neer op: de vaststelling van een gemiddelde garantieprijs van 20,75 per 100 kg. melk met 3,7% vet; vaststelling van een zgn. verrekenprijs voor de consump- tiemelk van 22,75 per 100 kg. melk, eveneens met 3,7vet; de handhaving van een zuivelfonds en het marktbeleid via het In- en Verkoopkantoor voor Zuivelproducten. Tot nog toe zijn de L.E.I.-rapporten, waarin de kostprijzen van melk in de weidestreken en zandgebieden berekend zijn, nog niet voor publicatie vrijgegeven. Het is zodoende niet mogelijk aan te geven, hoe de gevraagde garantieprijs van 20,75 zich tot deze kostprijzen verhoudt. Wel stelde de Stichting voor de Landbouw, dat zij bij de opstelling van haar advies speciaal rekening heeft gehouden mef het belang van deze melkprijsgarantie voor de zandgronden. Dit is on getwijfeld een juiste gedachte. Ongeveer de helft van de melk wordt immers op de zandgronden geproduceerd en voor de meeste zandbedrijven vormt de melkveehouderij een van de voornaamste, zo niet de voornaamste peiler van het bestaan. Bovendien ligt de gemiddelde kostprijs van melk in de zandgebieden beduidend, n.l. ongeveer 2 cent per kg., beneden de gemiddelde kostprijs in de weidestreken. Daar komt nog bij, dat de gemiddelde uitbetalingsprijzen in de zandgebieden in de afgelopen jaren ongeveer 1 cent per kg. beneden die in de weidestreken heeft gelegen. Zodoen de betekent een garantieprijs van b.v. 20,75 voor de zand-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 17