9292 en het eindsaldo op de spaarkaarten, hebben wij even met de Centrale Bank gesproken. Men schijnt er geen bezwaar tegen te hebben, doch ziet gaarne een lijntje, als duidelijke afscheiding tussen twee boekjaren. Persoonlijk hebben wij een antipathie tegen het plaatsen van het saldo in rode inkt, omdat deze voor ons gevoel de exponent is van het nega tieve. Nu werkt men in de boerenleenbankboekhouding niet met rode cijfers, doch met D. en Cr., zodat het niet zo erg is. Toch zouden wij liever saldi en tellingen in groene inkt zien. Hieraan dient te worden toegevoegd (en dit is geen per soonlijke opvatting), dat bedoelde handelwijze in de spaar boekjes niet mag worden toegepast; in de boekjes dient men af te sluiten en te heropenen. De controle op grootboek I, zoals onze collega deze doet, is toe te juichen. Het bespaart veel zoeken en het bevor dert derhalve het snel gereed hebben van de uittreksels. Ja en dan is er dat saldobiljet voor de spaarrekeningen, waarover de meningen sterk verdeeld zullen zijn. Sommigen zullen er sympathiek tegenover staan en anderen zullen het een erg lastige oplossing vinden, om 1300 saldobiljetten uit te schrijven, als dit niet per se nodig is. Wij bepalen ons tot practische bezwaren. Om te beginnen, vinden wij het tamelijk kostbaar, aan gezien er voor elke brief 7 plus 10 cent portokosten be steed moet worden, benevens 2 enveloppen en een velletje papier. Dat kost Kethel minstens 260,over 1300 spaar ders, want het bij elkaar stoppen van saldobiljetten gaat niet. Men kan nu eenmaal ook binnen het familieverband geheimen voor elkaar hebben, speciaal voor waf het spaar tegoed betreft. In veel gevallen zal dit niet zo zijn, doch in legio andere wel, vooral als het b.v. broers en zusters be treft. Hierin behoeft men niets onbehoorlijks te zien, integen deel, een spaartegoed is iets intiems: men bewaart de bij zonderheden het liefst voor zichzelf, hetzij dat men trots is op de grootte ofwel zich geneert voor de geringheid. Wij hebben ook altijd nog boekjes op de bank, zoals de meeste kassiers en wij krijgen ook nooit alle boekjes binnen, collega's. Dit is een moeilijk te overwinnen tekortkoming. Maar hef zenden van saldo-biljetten bergt nog een ge vaar in zich. De kassier die (we durven het haast niet ver onderstellen) fout is, kan de saldobiljetten, die hij niet aan

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 40