9285 de kaartenbakken van Grb I is dit zelfs nog belangrijker dan vrij op te bergen zijn is dit toch absoluut noodzakelijk. Bij bij die voor de andere groepen. Hier is de grootboekkaart tevens kwitantie, dus bewijsstuk. Wij zijn ervan overtuigd, dat veel kassiers de mogelijkheid van een brand en de mo gelijke gevolgen daarvan nog niet voldoende inzien, dit valt althans op te maken uit de aantallen kaartenbakken, die wij nog op de boerenleenbankkantoren zien staan en die i.v.m. ruimtegebrek in de brandkast, niet brandvrij wor den opgeborgen. Ons advies is om bij een nieuwbouw zo mogelijk ten min ste een brandvrij archief te projecteren en de opdracht aan de architect in deze geest te formuleren. Hieraan willen wij toevoegen, dat de Centrale Bank U daarbij, zoals steeds, gaarne met raad en daad ter zijde wil staan. PROPAGANDA. Groepssparen. Het groepssparen, zoals dat door verschillende spaarinstel- lingen wordt aangemoedigd, verschilt meestal van het spa ren, zoals de Boerenleenbanken dit voorstaan. Groepssparen gebeurt in verenigings- of groepsverband, meestal voor een bepaald doel als het houden van een feestavond, het organiseren van een uitstapje, voor de aan koop van nieuwe uniformen, enz. Er bestaat geen band tussen de spaarders persoonlijk en de bank. De deelnemers sparen bij de penningmeester van de spaargroep. Deze plaatst de gespaarde bedragen op een spaarboekje ten name van de groep. Doordat in het algemeen op deze wijze wordt gespaard voor een op korte termijn te verwezenlijken consumptief doel, ontstaan uiteraard geen vaste spaarrelaties voor de Boerenleenbank. Daar deze gelden dikwijls het karakter van „spaargeld" missen is het voor de Boerenleenbank niet interessant om het sparen in dergelijke „spaargroepen" te bevorderen. Bovendien heeft een „spaarclub" vaak een reglement met

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 33