9278 Hierop is het volgend antwoord door de Kamer goed gekeurd: „Het is gewenst aan een vereniging zonder rechtspersoon lijkheid een vermogen, afgescheiden van dat der leden, toe te kennen; dit vermogen zal echter geen andere goede ren dan lichamelijke roerende zaken en vorderingen op de leden kunnen bevatten. Voor de schulden der vereniging moeten de bestuurders, behalve persoonlijk, ook in hun kwa liteit kunnen worden gedagvaard. Vorderingen tegen derden kunnen door de bestuurders niet in kwaliteit worden ver kregen. Het vermogen van de vereniging moet niet door erfstellingen of legaten kunnen worden vermeerderd". Uit het antwoord blijkt, dat men met de toekenning van een eigen vermogen aan de verenigingen zonder rechts persoonlijkheid niet verder wil gaan dan de eigendom van lichamelijke roerende goederen en vorderingen op de leden. Zo zal b.v. een niet rechtspersoonlijkheid bezittende voetbalclub de bevoegdheid krijgen zelf de eigenaresse te worden van de door haar bestuur aan te kopen voetballen en zullen hare leden tot betaling van de verschuldigde con tributie kunnen worden aangesproken. Het bezit van onroe rende goederen en van vorderingen op derden blijft ech ter ook in de toekomst voor deze verenigingen uitgesloten. Feitelijk is men dus halverwege blijven stilstaan. Het valt te betreuren, dat men de lijn op dit punt niet consequent heeft doorgetrokken. Immers ook in de toekomst blijft men nu de onbevredigende toestand behouden, dat gelden, wel ke ten name van zulk een vereniging bij de Spaarbank wor den ingelegd, als zijnde vorderingen op derden, juridisch bezien, het eigendom zijn van de persoon, die de inlage heeft gedaan in privé. Een uitvoerige verhandeling over deze materie werd reeds in de Mededelingen gepubliceerd. Wij verwijzen U daarvoor naar no. 391 blz. 8764 en vlg. Resumerende kan derhalve worden geconstateerd, dat tot nu toe over de toekomstige regeling van het verenigings recht hef navolgende is komen vast te staan: 1e. De regeling van het verenigingsrecht wordt als een ge heel opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. Zowel de wet van 1855 op de verenigingen en vergaderingen als

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 26