dat daarnaast voor de laatste categorie verenigingen nog 9277 afzonderlijke wettelijke bepalingen in het leven zullen wor den geroepen. Als zodanig worden door Prof. Meijers genoemd de ver plichte notariële acte, het bijhouden van de ledenlijst, de mogelijkheid, dat er commissarissen worden benoemd en de aansprakelijkheid van de leden voor de verbintenissen der vereniging. Als voorbeeld van een vereniging, die wegens het uitoe fenen van een bedrijf aan dezelfde regelen als een coö peratie behoort te worden onderworpen, noemde de minister nog de onderlinge waarborgmaatschappij. Uit kringen van het onderlinge verzekeringsbedrijf is ech ter hiertegen verzet gerezen. Dit verzet heeft bij de monde linge behandeling in de Tweede Kamer geleid tot de indie ning van een amendement door de heer van Rijckevorsel en anderen ertoe strekkende om de onderlinge verzekerings- en waarborgmaatschappijen van de gelijkschakeling uit te sluiten. Zowel Prof. Meijers als de A^nisfer hebben zich te gen dit amendement ten sterkste verzet omdat naar hun zienswijze juist de Onderlinge Waarborgmaatschappij een typische vorm van coöperatie is, die tot nu toe alleen bui ten de werkingssfeer van de Wet op de Coöperatieve Ver enigingen is gebleven wijl deze verzekeringsvorm van veel en veel oudere datum is dan de wet zelve. Nadat tenslotte aan de heer van Rijckevorsel de toezeg ging was gedaan, dat deze kwestie bij het behandelen van de nieuwe tekst opnieuw aan de orde zou komen, trok deze zijn amendement in, waarmede de kwestie voorlopig onbe slist bleef. Ten derde: „Moet aan een vereniging zonder rechtsper soonlijkheid een vermogen afgescheiden van dat der leden worden toegestaan? Zo ja: a) Moeten de bestuursleden van deze verenigingen, be halve persoonlijk, ook in hun kwaliteiten kunnen wor den gedagvaard door schuldeisers? b) Moeten bestuursleden in hun kwaliteit voor dit vermo gen tegen derden kunnen optreden? c) Moet dit vermogen door erfstellingen of legaten kunnen worden vermeerderd?"

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 25