9275
aan tal van verenigingen van zeer eenvoudige en weinig
gecompliceerde aard toch wel een zware eis worden opge
legd wanneer zij als rechtspersoon zouden willen optreden.
De conclusie is dan ook gewettigd, dat voor het verkrijgen
van rechtspersoonlijkheid de gewone verenigingen zullen
kunnen volstaan met de ministeriële verklaring van geen be
zwaar terwijl zowel voor de coöperatieve verenigingen als
voor de naamloze vennootschap de bestaande toestand on
veranderd blijft, hetgeen wil zeggen, dat de coöperatieve
vereniging rechtspersoonlijkheid bezit, indien de oprichtings-
acte notarieel is verleden en dat de naamloze vennootschap,
naast de notariële acte van oprichting, ook nog de ministe
riële verklaring van geen bezwaar behoeft.
Een en ander vindt zijn bevestiging in hetgeen bij de
verdere behandeling nog door de minister aan de Kamer
is medegedeeld.
Ten tweede: „Moeten de wettelijke voorschriften, die
thans in de wet op de Coöperatieve Verenigingen in het
belang van schuldeisers en leden zijn te vinden, niet toepas
selijk worden verklaard op alle verenigingen met een stof
felijk doel, of althans op die verenigingen, die naar haar
aard coöperatieve verenigingen zijn, of wegens het uitoefe
nen van een bedrijf met coöperatieve verenigingen moeten
worden gelijk gesteld?"
Het antwoord op deze vraag, dat eenstemmig door de Ka
mer werd goedgekeurd, luidt:
„Het is gewenst de wettelijke voorschriften, die thans in
de wet op de coöperatieve verenigingen in het belang van
schuldeisers en leden zijn te vinden, toepasselijk te verkla
ren op verenigingen welke in wezen coöperaties zijn, als
mede op die, welke wegens het uitoefenen van een bedrijf
aan dezelfde regels als coöperaties moeten worden onder
worpen".
Aanleiding tot deze vraag is het reeds hierboven gecon
stateerde feit dat verenigingen, die een bedrijf uitoefenen,
tegenwoordig niet meer verplicht zijn zich als coöperatieve
vereniging te constitueren willen zij rechtspersoonlijkheid
verwerven doch dit eveneens kunnen bereiken door op hun
statuten koninklijke goedkeuring aan te vragen volgens de
wet van 1855. Dergelijke verenigingen kunnen aldus de toe-