9274 die wij ook reeds bij de naamloze vennootschappen kennen. door een ambtelijk orgaan (verkiaring van geen bezwaar) te worden ingediend? Het door de Kamer goedgekeurde antwoord door de Mi nister van Justitie op deze vraag luidde: „Het is gewenst de Koninklijke goedkeuring van de sta tuten als voorwaarde voor de verkrijging van rechtsper soonlijkheid door een vereniging, te vervangen door een ministeriële verklaring van geen bezwaar". Regering en Kamer blijken dus van oordeel te zijn, dat toezicht van overheidswege bij de oprichting van vereni gingen niet kan worden gemist, zij het dan niet langer in de de vorm van koninklijke goedkeuring van de statuten doch van een ministeriële verklaring van geen bezwaar, een figuur De koninklijke goedkeuring immers, wekt bij hef eenvoudige publiek te gemakkelijk de indruk van koninklijke instemming met doel en werkwijze der vereniging, terwijl in feite het onderzoek, dat aan de goedkeuring voorafgaat, zich niet verder uitstrekt dan tot een toetsing van de statuten aan wet en openbare orde, alsmede tot het onderzoek of de ver eniging misschien een verboden vereniging is. Aan de Mi nister werd de vraag gesteld waarom het overheidstoezicht niet kon verdwijnen om plaats te maken voor een notariële acte gelijk zulks ook thans reeds voor coöperatieve vereni gingen voldoende is om rechtspersoonlijkheid te verkrijgen. Waarom moeten te dien opzichte voor andere dan coöpera tieve verenigingen strengere eisen worden gesteld? De mi nister bleek echter van oordeel, dat tussen coöperatieve en andere verenigingen wel degelijk een groot verschil be staat. De coöperatieve verenigingen immers oefenen een be drijf uit, dat in de statuten dient te worden omschreven, zo dat bij deze verenigingen practisch geen kans bestaat het doel te camoufleren. Bij een gewone, niet aan het bedrijfs leven deelnemende vereniging daarentegen zou zonder pre ventief overheidstoezicht de doelstelling zo geformuleerd kunnen worden, dat een met het algemeen belang strijdig doel wordt verhuld in onschuldige bewoordingen. Door voortaan ook voor niet coöperatieve verenigingen een no tariële acte verplichtend te stellen zou dit misschien eniger mate kunnen worden verholpen en zou ook een goede ju ridische opbouw kunnen worden verkregen, maar dan zou

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 22