9272
Bijzondere verbintenissen
Zee- en binnenvaartrecht
Rechten van de scheppende mens
Erfrecht.
De vraagpunten waartoe het Boek Rechtspersonen aan
leiding heeft gegeven, zijn begin September in de Tweede
Kamer aan de orde geweest. Uit een en ander is gebleken,
dat in dit Boek algemene bepalingen zullen worden opge
nomen geldende voor alle rechtspersonen, en dat daarnaast
aan de verenigingen, de naamloze vennootschappen en de
stichtingen in hetzelfde boek een afzonderlijke plaats zal
worden ingeruimd.
De z.g. burgerlijke maatschap echter, die niet naar buiten
optreedt, kan bezwaarlijk als rechtspersoon worden aange
merkt. Deze vorm van samenwerking blijft daarom aan de
algemene regels van het verbintenissenrecht onderworpen.
De vennootschap onder firma neemt een tussenplaats in.
Ofschoon de rechtspraak het vermogen van de firma wel
als afgescheiden vermogen, op de eerste dienende tot waar
borg van hen, die met de vennootschap hebben gehandeld,
heeft willen aanvaarden, bleef nochtans aan de firma de
rechtspersoonlijkheid ontzegd. Consequent is dit niet. Prof.
Meijers heeft dan ook niet geaarzeld om zoals uit de Ka
merstukken blijkt de lijn door te trekken door ook de
firma als rechtspersoon te erkennen. Toch zou voor de rege
ling van de firma, die immers ten nauwste met de voor de
vennootschap in het algemeen geldende voorschriften sa
menhangt, het Boek betreffende de Rechtspersonen evenmin
in aanmerking kunnen komen.
Het gehele verenigingsrecht gaat dus een onderdak vin
den in het Burgerlijk Wetboek zelve, waardoor wel een ra
dicale wijziging komt in hetgeen dienaangaande in de loop
der jaren is gegroeid. Op het ogenblik is n.l. de situatie als
volgt:
Naast de 10e Titel van het Burgerlijk Wetboek, dragende
als opschrift „Zedelijke Lichamen" en geldende voor ver
enigingen van personen, hetzij op openbaar gezag ingesteld
of erkend, hetzij als geoorloofd toegelaten dan wel tot een
bepaald oogmerk samengesteld, ontstond in 1855 een aparte
wet regelende het recht van Vereniging en Vergadering ter-