9268 slissing van de Overheid ten aanzien van de garantieprijs voor de melk en de zgn. verrekenprijs voor de consumptie- melk. Wij stellen ons voor hierop in de eerstvolgende Maan delijkse Mededelingen terug te komen. GELD- EN KAPITAALMARKT. Toen op 15 September j.l. de Rijksbegroting voor 1954 openbaar was geworden, was men algemeen van mening (en ook wij spraken die verwachting uit in de Maandelijkse Mededelingen), dat dit wel het einde zou betekenen van de periode van constante rentedaling, waarin we al zoveel maanden hadden geleefd. De Rijksbegroting immers gaf de zekerheid, dat de Staat binnen niet al te lange tijd zeer grote bedragen zal gaan opnemen ter dekking van het te kort voor 1954. Die verhoogde leningsactiviteit zou automa tisch een halt toeroepen aan de daling van de algemene rentevoet. Nu een maand later blijkt, dat van deze verwach tingen niet zo heel veel is bewaarheid. De creditsaldi bij de banken blijven stijgen en dienovereenkomstig de rente loze saldi van de banken bij De Nederlandsche Bank N.V. (ruim 500 millioen gulden blijkens de jongste weekbalans). Dit tezamen met de waarschijnlijkheid, dat het toch altijd nog verschillende maanden kan duren voor een nieuwe Staatslening aan de markt komt, kan er wel niet toe leiden, dat de rentevoet scherp blijft dalen: daarvoor is hef niveau, waarop we zijn beland, reeds te laag. Doch ongeveer 0.05% is er in de loop van een maand toch weer afgegaan. Men raadplege slechts ons gebruikelijke staatje van koersen en rendementen, dat hier volgt: 18-9-'53 16-10-'53 3_3%% Nederland 1947 987ie (3,53%) 997, (3,47%) 3*4% Nederland 1950 987, (3,33%) 9978 (3,28%) 3%% Nederland 1953 1027, (3,58%) 1037, (3,54%) 3% Grootboek 1946 977, (3,22%) 987, (3,18%) 3% Nederland 1953 101u/l6 (3,39%) 1027, (3,34%) 3% Nederland 1962—1964 997, (3,04%) 1007, (3,—%) 3% Investeringscertif. 997, (3,07%) 1007ia (3,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 16