prijspolitiek, welke het de rationeel producerende landbouw bedrijven mogelijk maakf zich een redelijk bestaan te ver werven. En de Memorie van Toelichting vervolgt dan: 9265 de prijzen in het binnenland en die op de buitenlandse markten nodig kan zijn ter bescherming van de Nederlandse landbouw. De Minister stelt uitdrukkelijk vast, dat hij niet denkt aan een verzorgingspolitiek („met het treffen van maatregelen wachten tot de landbouw piept"), doch aan een „De ondergetekende meent, dat de producten, die in 1948 door hem werden aangeduid als producten, die voor de landbouw van directe betekenis zijn, ook in de toekomst het object van het prijsbeleid in de landbouw moeten zijn. Aangezien dit beleid gericht is op de bestaansmogelijkheid voor het landbouwbedrijf als geheel, zal bij de ten aanzien van deze producten eventueel te treffen prijsondersfeunende maatregelen het verband tussen de onderscheidene produc ten niet uit het oog mogen worden verloren. Met name zal niet in de eerste plaats het prijsverloop van een bepaald product, doch de gehele marktsituatie van de producten en de daaruit voortvloeiende rentabiliteit van het desbetreffen de bedrijfstype bepalend zijn voor het prijsbeleid. Hieruit vloeit voort, dat de ondergetekende zich niet bij voorbaat kan binden aan minimum garantieprijzen voor elk dezer producten, daar zowel het moment van ingrijpen in de vrije prijsvorming voor een bepaald product als het peil, dat daardoor alsdan zal worden nagestreefd, mede afhan kelijk zullen zijn van het prijspeil van de overige producten, die door dit bedrijfstype worden voortgebracht. Door deze gedragslijn wordt bevorderd, dat de vrije prijsvorming en aanpassing aan de markt zolang mogelijk behouden blijven. Uiteraard moet ook in deze gedachtengang een te diepe prijsval voor een bepaald product worden voorkomen, aan gezien redresserende maatregelen, wanneer ook andere pro ducten in moeilijkheden komen, mogelijk moeten' blijven. Vanzelfsprekend passen in dit beleid ook maatregelen ter voorkoming van te hoge prijzen, teneinde een goede voor ziening van de consumenten te waarborgen". Kan tegen dit standpunt van de Minister over de land bouwpolitiek veel worden ingebracht, speciaal tegen dit laatste, dat bij de landbouwpolitiek uitgegaan moet worden

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 13