9263 gemakkelijker op de kapitaalmarkt afstoten dan de wel be- leenbare schatkistbiljetten. Bij een reële liquiditeitsbeoorde ling zal ook hiermede moeten worden rekening gehouden. In dit verband komt ook een andere aangelegenheid naar voren, nl. het verschil in karakter tussen de Centrale Bank van Utrecht en Eindhoven wat betreft haar functie als be leggingsinstituut, die bij Eindhoven sterker spreekt. Hiervan is het gevolg, zoals ook in het artikel van Drs. de Regt wordt opgemerkt, dat de Centrale Bank van Eindhoven een hogere rente op bij haar door de locale banken gedeponeerde gel den kan vergoeden dan haar zuster-instelling Dit zou even wel, volgens Drs. de Regt, worden gecompenseerd door de gekweekte rente op de eigen uitzettingen van de boeren leenbanken, die bij Utrechtse banken procentueel groter zijn dan bij de Eindhovense banken. Een o.i. twijfelachtige stel ling, die slechts zeggingskracht zou kunnen hebben, indien zij onder cijfers ware gebrachf. Bij de stand der rentever goeding door beide Centrale Banken over de tegoeden der boerenleenbanken hangt het er van af hoeveel de gemid delde rente bedraagt, die op de eigen uitzettingen wordt gemaakt. Indien deze gemiddelde rente 4% bedraagt, is, wanneer de boerenleenbanken uit dit oogpunt als een ge heel zouden mogen worden beschouwd, het compenserend effect aanwezig; zou de gemiddeld op de eigen uitzet tingen gekweekte rente niet meer dan 3lA°/o bedragen, dan is het compenserend effect verdwenen en blijft het voor deel van de hogere rente-vergoeding gelden. Ons grootste bezwaar tegen deze redenering is evenwel, dat, uit een oog punt van de rente-ontvangsten op de tegoeden bij de Cen trale Bank en op de eigen uitzettingen, de boerenleenban ken niet als een organisch geheel mogen worden gezien. Wat heeft immers een boerenleenbank met weinig uitzettin gen er aan, dat het geheel van de boerenleenbanken gemid deld een hogere rente maakt of andere boerenleenbanken mef meer uitzeffingen, wat de rente-ontvangsten betreft, er beter voorstaan? Wat de bedrijfsrekening betreft en dus ook wat de rente-politiek betreft, moet iedere boerenleenbank als een zelfstandig bedrijf worden gezien, hoezeer dit an- De betekenis hiervan mag niet worden onderschat. Een hogere rente vergoeding van gemiddeld 0,35% betekent voor onze Centrale Bank een hogere rentelast van rond 1,50 millioen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 11