9208 aangegane vaste geldleningen de beschikking hebben in afwachting van de geleidelijke aanwending voor het doel, waarvoor de vaste geldlening werd gesloten. In lopende rekening is een rente van 1% dan zeker wel het maximum rentetarief, dat zou kunnen worden vergoed". Hierbij sluit onmiddellijk aan het gestelde in onze circu laire no. 548 van 10 Juli 1953. „De ruimte op de geldmarkt en de daaruit voortvloeien de daling van de rente voor tegoeden bij bankinstellingen, welke reeds aanleiding gaven tot de toezending van de bo venaangehaalde circulaire van 5 September 1952, hebben sedertdien niet alleen aangehouden, doch vooral in de laat ste maanden zeer krachtig doorgezet. Nog sterker dreigt hier door het gevaar, dat grote bedragen met ongedurig karak ter aan onze organisatie zullen worden toevertrouwd tegen een rentevergoeding, die bij de huidige uitzetfingsmoge- lijkheden te hoog is voor gelden, die een dergelijk onge durig karakter hebben. Het is duidelijk dat, indien door on ze boerenleenbank-organisatie over ingelegde bedragen een hogere rente wordt vergoed dan de Centrale Bank in feite daarvoor zelf kan maken, zulks zal gaan ten koste van het rente-inkomen van onze organisatie, waaruit de rentevergoe ding over de spaargelden en de lopende rekening-tegoeden van land- en tuinbouw moet geschieden. Het handhaven van de rentevergoeding over de tegoeden van land- en tuinbouw, hetgeen overigens onze bedoeling is, zou daar door onmogelijk worden gemaakt". Daarna volgen in laatstgenoemde circulaire enige aanbe velingen, die hierop neerkomen: I. Op spaar- of depositorekening bij de Stichting Spaar bank mogen alleen worden aangenomen gelden, die hef ka rakter van spaargeld hebben. Bij twijfel of aan aangeboden gelden het karakter van spaargeld kan worden toegekend, b.v. omdat zij niet van vaste relaties afkomstig zijn of tot zulke bedragen, die hef vermoeden wettigen, dat het geen eigenlijke spaargelden zijn, dient met de Centrale Bank te worden overlegd. Mocht daarbij blijken, dat aan de aange boden gelden hef karakter van spaargeld niet kan worden

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 8