9233 kennis van deze Boerenleenbanken gebracht, dat ook zij zich voortaan bij het Handelsregister moesten laten inschrijven. De reden waarom deze verplichting, die tot dan toe alleen voor coöperatief georganiseerde Boerenleenbanken had ge golden, voortaan op alle Boerenleenbanken van toepassing moest worden geacht, is uitvoerig uiteengezet in de Mede delingen no. 382 blz. 8422 e.v. Aanvankelijk waren wij van mening, dat de verplichting tot inschrijving voor de niet-coöperatieve Boerenleenbanken ook de verplichting zou medebrengen om voortaan een afschrift van rekening en balans vóór 1 Augustus van elk jaar bij hef Handelsregister in te leveren op dezelfde wijze als dit door de Coöperatieve Boerenleenbanken dient te geschieden. Nader is ons gebleken, dat deze verplichting alleen geldt voor de Coöperatieve Boerenleenbanken. Dit is ook het geval met de verplichting om bij de Kamer van Koophandel een afschrift in te dienen van de ledenlijst en van de wijzigingen, welke deze jaarlijks ondergaat. Onze Boerenleenbanken, opgericht volgens de Wet van 1855, kunnen zich in het vervolg dus de moeite besparen om re kening en balans naar de Kamer van Koophandel op te zen den en zij behoeven ook geen ledenlijst bij deze instantie in te leveren. BOERENLEENBANK-PRAKTIJK. De indeling en outillage van het kantoor der Boerenleen bank. Kort nadat de copy voor hef eerste der onder dit hoofd fe verschijnen artikelen naar de drukker was, mochten wij te Amsterdam een tentoonstelling bezoeken van schetsont werpen voor boerenleenbankgebouwen. Misset's „Vakblad voor de Bouwbedrijven" had een hier op betrekking hebbende studieprijsvraag uitgeschreven. Hierbij werden onder meer de volgende eisen gesteld: Er moesten ontwerpen worden ingediend voor de bouw van een kantoor voor een boerenleenbank met een kassiers-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 33