9231 op de bijdrage niet vatbaar is voor conservatoir ot execu toriaal beslag, hoewel de Memorie van Toelichting bij het betrokken artikel zegt: „Het bepaalde in dit artikel is een sequeel van de beperking van de rechtsovergang" en men dus had moeten verwachten dat het in dat artikel bepaalde tegelijk met de beperking van de rechtsovergang zou ver dwijnen. Even zo goed is er geen reden meer om aan hen met het oog op de te verwachten bijdrage crediet hebben ver leend, de herstellingen hebben bekostigd ofwel de heraan- geschafte goederen hebben geleverd, thans nog een zelf standig recht op de uitbetaling van de bijdrage te geven, nu tengevolge van de door de Regering aangebrachte wijzi ging, verpanding of cessie van het recht op de bijdrage mo gelijk is geworden. Een categorie op zich vormen degenen, die bij een ver loren gegane of beschadigde zaak een belang hadden uit een overeenkomst van huurkoop, koop op afbetaling of ei gendomsoverdracht fof zekerheid. Onder deze categorie zul len zich personen bevinden die volgens de wet als getroffe nen moeten worden beschouwd en als zodanig een recht streeks recht hebben op de betaling van een bijdrage. Ver der komt het ons voor dat het niet met de bestaande practijk van het schadeverzekeringsrecht overeenkomt, wanneer aan de genoemde personen een bijzonder recht op de bijdrage wordt verleend. Bovendien zal de practische uitvoering veel moeilijkheden met zich meebrengen. Tenslotte is er geen bijzondere behoefte meer aan de bepaling, wanneer de be trokken crediteuren, door een nadere wijziging van het ont werp in staat worden gesteld conservatoir beslag op de bij drage te leggen. De wet zal dus met de drie door ons voorgestelde catego rieën van derden kunnen volstaan. Wel zal bij de Wet dan uitdrukkelijk moeten worden bepaald, dat de rechten van hypotheekhouders en aannemers niet alleen in stand blijven bij faillissement, maar bovendien indien het recht op de bij drage wordt verpand of gecedeerd, danwel daarop beslag wordt gelegd.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 31