9202 Een korte aantekening volgt over de verplichtingen van de boerenleenbanken, opgericht volgens de Wet van 1855, ten opzichte van het Handelsregister. In de boerenleenbankpraktijk blijven de indeling en outil lage van het kantoor der boerenleenbank de aandacht vra gen. In het desbetreftend artikel geschiedt zulks naar aanlei ding van de tentoonstelling van schetsontwerpen voor boe renleenbankgebouwen te Amsterdam. Steeds meer blijkt het nut, wij mogen wel zeggen de noodzakelijkheid, van propaganda en voorlichting omtrent het boerenleenbankwerk. Beheerders en kassiers zullen ge ïnteresseerd zijn bij het winterprogramma en zullen gaarne iets meer willen weten over schoolsparen en bedrijtssparen. Hierover worden enige korte opmerkingen gemaakt. Uit de organisatie komt de Kassier-Redacteur weer aan het woord. Hij blijkt een stille getuige te zijn geweest van het kassiers-weekend op „Ons Erf". Heeft hij toen gezwegei», thans komt de Kassier-Redacteur een boekje open doen en het mag er wezen. Hulde aan al degenen, die hebben bij gedragen tot het welslagen van dit week-end en niet in de laatste plaats aan onze Kassier-Redacteur, die een welver zorgd verslag hiervan heeft gegeven. IN MEMORIAM MGR. TH. H. A. M. VAN DER MARCK. Ongetwijfeld zal een golf van ontroering zijn gegaan door de gelederen van beheerders en kassiers van aangesloten boerenleenbanken bij het vernemen van het bericht van het overlijden van Mgr. Th. H. A. M. van der Marck, pionier en oprichter van boerenleenbanken en van onze Cenlrale Bank. Hij overleed in de vroege ochtend van Zaterdag, 5 Septem ber 1953, in het jaar waarin het 55-jarig bestaan van zijn schepping, de Centrale Bank, op 5 December a.s. in stilte zal worden herdacht en een maand voordat hij 85 jaar zou worden. Mgr. van der Marck is een der eersten geweest, die met Pater van den Eisen de gedachte der boerenleenbanken vol-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 2