9226 Daartegenover staat het vanzelfsprekende feit, dat ook overheidsorganen fouten maken. Hierom is hef gewenst, dat de getroffenen inzicht kunnen krijgen in de wijze waarop hun bijdragen zijn vastgesteld en dat tegen de vaststelling van de bijdragen beroep op een onafhankelijke rechter open staat. De Wet op de Materiële Oorlogsschaden kent het voor schrift, dat de instantie die de bijdrage vaststelt iedere daar bij belanghebbende op zijn verzoek over de overwegingen en berekeningen, waarop de beslissing rust, moet inlichten. Deze bepaling blijft altijd gelden, ook nadat de officiële beroepstermijn is verstreken en zij maakt het mogelijk, dat oorlogsslachtoffers nog jaren nadat de bijdrage is uitbetaald om een specificatie komen vragen. In het huidige wetsontwerp was hierover in eerste lezing niets bepaald. Bij de Nota van Wijzigingen is een bepaling toegevoegd, luidende dat aan een rechthebbende, die hier om binnen één maand na de vaststelling der bijdrage ver zoekt, een toelichting wordt gegeven omtrent de overwe gingen en gronden, waarop de vaststelling berust. Hier lijken ons de rechten van de rechthebbenden wel wat al te zeer beknot. Op de eerste plaats menen wij, dat aan de getrof fenen, die daarom vragen, de overwegingen en gronden zelf moeten worden medegedeeld en dat met een toelichting daarop niet kan worden volstaan. Voorts is de termijn van één maand, waarbinnen de rechthebbende de inlichtingen kan vragen, veel te kort genomen. Deze termijn maakt het voor een rechthebbende onmogelijk zich behoorlijk te oriën teren, wanneer hij bij hef Scheidsgerecht in beroep wil gaan, nadat de Minister in eerste instantie zijn beroep heeft afge wezen. De termijn dient zich tenminste uit te strekken over de periode waarbinnen een rechthebbende nog beroep kan aantekenen of waarbinnen op een ingesteld beroep nog niet is beslist. In eerste lezing bepaalde het wetsontwerp, dat de recht hebbende, wilde hij voor een bijdrage in aanmerking ko men. de schade en de omvang daarvan moest aantonen. De strikte eis is thans afgezwakt tot de verplichting om de schade en de omvang daarvan aannemelijk te maken. Deze wijziging

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 26