9219
eenstemming is met de bedoeling van de gevers, wanneer
de middelen van het Rampen Fonds op de eerste plaats
worden aangewend voor de vergoeding van de huisraad-
schade. Daarnaast erkent de Regering, dat het Fonds ook
nog middelen moet overhouden om, waar nodig, andere
schaden op te vangen. In verband hiermede is bij de Me
morie van Antwoord de toezegging gedaan, dat de Rege
ring een eventueel tekort bij het Nationaal Rampen Fonds
zal beschouwen als komende ten laste van de huisraadscha-
de-vergoedingen en op grond hiervan zulk een tekort zal
aanvullen.
Wij hebben de indruk, dat de Regering, die aan de hand
having van haar standpunt grote waarde schijnt te hechten,
het pleit zal winnen. Nu zij weet, dat de vergoeding uit
eindelijk heel behoorlijk zal zijn en de getrotfenen rechts
zekerheid mogen verwachten, zal de Tweede Kamer de Re
gering wel niet verder pressen.
Het Nationaal Rampen Fonds zal dus een geheel eigen
regeling moeten maken en publiceren. Wat de algemene
bepalingen betreft, zoals het vereiste verband tussen de
schade en de watersnood, de aanmelding van de schade,
de rechten van derde belanghebbenden en de uitbetaling
van de bijdragen, zal het Rampen Fonds waarschijnlijk wel
aansluiting zoeken bij de Wet op de Wafersnoodschade.
Doch indien het Fonds dit niet doet, dan zal noch de Volks
vertegenwoordiging, noch de Regering iets eraan kunnen
doen.
Het Ministerie van Financiën en de diverse organen, zoals
de Rampschadebureaux, zullen de regelingen van hef Ram
pen Fonds uitvoeren. Bij die uitvoering zullen zij handelen
volgens instructies van de Minister van Financiën, aangezien
het Fonds over hen geen gezag heeft. Het ziet er wel naar
uit, dat de nodeloos duistere en ingewikkelde wijze, waarop
de Regering dit onderwerp wil regelen, in de practijk nog
talloze moeilijkheden met zich zal meebrengen.
Wij betwijfelen of dit nu allemaal moet worden terug ge
voerd op de veronderstelde wil van de gevers. Wij kunnen
ons bijvoorbeeld nauwelijks voorstellen, dat de gevers ge-