9153
eens geënquefeerd, wat de beleggingsinstellingen aan mid
delen beschikbaar zouden hebben. Naar verluidt zou een
bedrag van 400 millioen uit de bus zijn gekomen. Dit
klopte ook wonderwel met de 3^2% Staatslening 1953, die
tenslotte in de loop van Augustus werd aangekondigd. Er
school evenwel een addertje onder het gras, n.l. dat in de
bedoelde enquête de Rijksfondsen niet begrepen waren en
dat terzijde van het prospectus werd opgemerkt, dat met toe
wijzing van een gedeelte van de lening aan de Rijksfond
sen, die een z.g. voorinschrijfrekening bij 's Rijks Schatkist
onderhouden, zou moeten worden rekening gehouden. Een
dergelijke publicatie ter gelegenheid van de openstelling
der inschrijving was uiteraard wel geschikt om de stemming
ten gunste van de onderwerpelijke Staatslening erin te bren
gen. Inmiddels ging er nog iets anders gebeuren. De was
sende vloed van belegging-zoekende middelen op de geld
markt sloeg over op de kapitaalmarkt. De bankinstellingen
gingen n.l. ertoe over om de onderwerpelijke Staatslening
aan beleggingsinstellingen en met name aan pensioenfond
sen en levensverzekeringsmaatschappijen ten verkoop aan te
bieden met levering het volgend jaar of nog later, zodat
ook de anders pas het volgende jaar voor belegging be
schikbaar komende middelen thans reeds op de onderwer
pelijke Staatslening werden geconcentreerd. De banken zien
hierin een mogelijkheid, om gedurende de termijn, dat zij
de bij toewijzing verworven Staatsstukken aanhouden, een
redelijke rente te maken en de beleggingsinstellingen ver
zekeren zich van een belegging over een jaar, waarbij ze
alsdan de Staatsstukken beneden pari kunnen verwerven.
Transacties, waartegen niets kan worden ingebracht, mits ze
binnen zekere grenzen geschieden.
Het gevolg van een en ander is niet uitgebleven. Op de
tot een bedrag van 400 millioen aangeboden Staatslening
werd ingeschreven voor een bedrag van 1.9 milliard. Het
resultaat was derhalve, dat slechts 18% van de op de Staats
lening gedane inschrijvingen kon worden toegewezen. De
Rijksfondsen onfvingen 60 millioen uit het aangeboden
bedrag van 400 millioen. Zij werden echter fevreden ge
steld met de toezegging, dat zij boven het aangeboden