9198
in circulaire no. 552 dd. 27 Juli 1953 (deviezen): de mef
ingang van 28 Juli 1953 in werking getreden algemene ver
gunning op grond waarvan onder bepaalde voorwaarden
geen aantekening meer nodig is in een reisdeviezen- of
touristendeviezenboekje bij aankoop van reisdeviezen.
MEMORIEBOEK.
J. HOEFNAGEL, f
Op 21 April 1952 overleed te Haren bij Megen de heer Joh. Hoef
nagel. De overledene was van 1928 tot 1934 lid van de Raad van Toe
zicht en van 1934 tof zijn overlijden Directeur der Boerenleenbank.
Met trouwe plichtsbetrachting heett hij steeds de belangen van de
Boerenleenbank en haar leden behartigd. De Bank verliest in hem een
goed en actief Directeur.
Moge de goede God hem reeds hef loon voor zijn belangeloos werk
hebben geschonken.
G. H. VLOET. t
Op 6 Mei 1953 overleed de heer G. H. Vloet, sinds 1950 bestuurslid
en van 1942 tot 1950 lid van de Raad van Toezicht der boerenleenbank
te Oploo.
Hij was een zeer trouw bezoeker der vergaderingen, waar hij de
belangen van Boerenleenbank en leden ernstig behartigde. Zijn een
voud en oprechtheid maakten hem bij velen geliefd, getuige de zeer
grote belangstelling bij zijn begrafenis. Behalve bij de Boerenleenbank
verrichtte de heer Vloet talrijke andere bestuursfuncties, zodat hef ver
enigingsleven een groot verlies heeft geleden.
Moge hij voor al zijn belangeloos werk zijn loon hebben ontvangen.
IH. BANIERINK. t
Op 16 Mei overleed te Weerselo zacht en kalm, voorzien van de
Genademiddelen der H. Kerk, de heer J. H. Banierink. De overledene
was de pionier en medeoprichter der Boerenleenbank Weerselo in 1911;
vanaf de oprichting tof 1952 was hij lid van de Raad van Toezicht en
sinds 1918 President hiervan. Bij gelegenheid van hef 40-jarig jubileum
der bank in 1951 werd hem door de C.C.B. een oorkonde met een leg
penning aangeboden voor zijn 40-jarige functie als lid van de Raad van
Toezicht, welke hij zeer dankbaar aanvaardde.
Door zijn helder inzicht, kalme eenvoud en volmaakte rechtvaardig
heid heeft de Boerenleenbank Weerselo zeer veel aan hem te danken.
In 1952 kwam hem de oude dag bezoeken en kreeg hij enigszins een
slepende ziekte; hij meende zelfs zijn functie te moeten neerleggen;
alhoewel alle beheerders der bank hem node zagen heengaan, achtte
hij het beter zijn functie aan jongere krachten over te laten, maar zijn
belanasfelling voor het boerenleenbankwerk bleef in hem voortbestaan.
Lange jaren was de overledene Voorzitter der Coöp. Zuivelfabriek en
Secretaris van het R.K. Kerkbestuur. In alle kringen van de gemeen
schap dwong hij respect af door zijn wijze raadgevingen en rechtvaar
dige handelingen en daardoor was hij dan ook zeer gezien bij iedereen.
Moge God hem thans reeds de eeuwige beloning hebben geschonken
voor zijn welbesteed, rechtschapen en plichtsgetrouw leven.