9183
DE INDELING EN OUTILLAGE VAN HET KANTOOR
DER BOERENLEENBANK.
Veranderde tijden brengen veranderde werkmethoden.
Dit gezegde is zeker van toepassing op onze Boerenleen
banken. Waar is de tijd gebleven, dat de kassier van een
„grote" Bank vond, dat zijn zitdag druk bezocht werd, wan
neer er een vijftal spaarders of voorschofnemers „op de
Bank" waren geweest. In die tijd kende men nog geen gi
raal verkeer en als men toen over kluizen en loketten ge
sproken had, dan zou dat over iets zijn, naar men foen-
dertijd dacht dat nimmer op Boerenleenbanken betrek
king zou kunnen hebben.
De tijden zijn veranderd en de begrippen kluis en loket
zijn voor veel van de kassiers en beheerders onzer Boeren
leenbanken realiteit geworden.
In enkele artikelen in de Maandelijkse Mededelingen wil
len wij U in verband met deze ontwikkeling raadgevingen
gaan verstrekken voor de inrichting der kantoren van de
Boerenleenbanken.
Hierbij komt direct de moeilijkheid naar voren, dat geen
algemene uitspraken kunnen worden gegeven. Er zijn grote
en kleine banken en deze banken liggen weer verspreid
over landstreken, ieder met een geheel eigen karakter. Over
tuigd als wij zijn van de noodzaak om het de cliënten zo
aantrekkelijk mogelijk te doen zijn om van de diensten van
de boerenleenbank gebruik te maken, spreekt het vanzelf,
dat wij als belangrijkste advies moeten geven de inrichting
van een kantoor niet alleen van de omvang der te ver
richten werkzaamheden te doen afhangen, doch ook te doen
aanpassen aan de mentaliteit van de dorps- of stadsgenoten.
Een sprekend voorbeeld hiervan is het gebruik maken
van loketten.
Bij een groot deel onzer Boerenleenbanken is het aantal
bezoekende cliënten zodanig toegenomen, dat de afwikke
ling van iedere transactie niet meer kan plaatsvinden door
de cliënten stuk voor stuk het kantoor van de kassier bin
nen te laten en via een gesprek over het weer, het maal-
kalf en de fruitoogst ter zake te komen. Op deze manier