moet worden toegekend als aan een opdracht, 2orgvuldig
9182
koop daarvan. Wij zullen op deze materie verder niet in
gaan, doch het zal duidelijk zijn dat, wanneer het zover
komt, de belastingschuldige steeds meer vervolgingskosten
verschuldigd wordt.
Buiten de tenuitvoerlegging van een dwangbevel staan de
Rijksontvanger nog andere middelen ten behoeve van de in
vordering ten dienste, n.l. het doen van een vordering aan
personen, die gelden van de belastingschuldige onder zich
hebben. Deze zgn. houders of schuldenaars van penningen
zijn op een dergelijke vordering verplicht voor rekening van
de belastingschuldige het bedrag, in de vordering genoemd,
aan de Rijksontvanger te voldoen.
Dit komt hierop neer, dat de Rijksontvanger ook van de
Boerenleenbank kan vorderen, dat zij ten laste van het te
goed van een rekeninghouder-belastingschuldige, een be
paalde aanslag voldoet. Het is uiteraard zaak het betreffende
schrijven van de Rijksontvanger, waaraan dezelfde waarde
te bewaren.
Ook kan de ontvanger een loonvordering richten tof de
werkgever van de belastingschuldige. Hierbij is dat gedeelte
van het loon uitgezonderd, hetwelk volgens het B.W. niet
vatbaar is voor beslag.
Deze laatstgenoemde invorderingsmaatregelen hebben
voor de belastingschuldige het voordeel, dat zij met minder
vervolgingskosten gepaard gaan. Het doen van een der
gelijke vordering behoeft n.l. niet te worden voorafgegaan
door de uitvaardiging van een dwangbevel.
Wij wijzen U er nog op dat door de Ontvanger op een
aanslag eerst de vervolgingskosten moeten worden afge
schreven, terwijl het resterende op de aanslag zelf wordt
afgeboekt.
Aan de hand van het vorenstaande en het aanslagbiljet
kunt U nagaan, of de Ontvanger reeds vervolging kan heb
ben ingesteld. Het is dan raadzaam de rekeninghouder, die
zijn aanslagbiljet bij U ter overschrijving aanbiedt, te vragen,
of wellicht reeds een aanmaning werd ontvangen, waarvan
de kosten ad 0,25 dan tegelijkertijd dienen te worden
overgeboekt.