9172
Eerw. Kapelaan van der Marck, die de oprichting der boeren
leenbanken bevorderden. In Zwitserland was het de Z.E.
Heer Pastoor J. E. Traber, die de grote stoot gaf in het Zwit
serse bergland tot de oprichting van boerenleenbanken, al
daar Raiffeisenkassen genoemd.
De voorspoedige ontwikkeling van de Zwitserse Raiffei-
sen-organisatie blijkt uit de groei van het aantal kassen tot
950 in 1952, van het aantal leden tot meer dan 100.000 en
van het aantal spaarders tot ruim 400.000. Ook in financiëel
opzicht mag van een alleszins voorspoedige groei en ont
wikkeling worden gesproken. Het balanstotaal van de aan
gesloten boerenleenbanken bedroeg op het einde van 1952
Zw. frs. 1.100 millioen, waarvan Zw. trs. 700 millioen in de
vorm van spaargelden bij de plaatselijke kassen waren in
gelegd. Van het balanstotaal der aangesloten boerenleen
banken was op het einde van 1952 80,7% of Zw. frs. 782 mil
lioen in voorschoften en credieten uitgezet.
Het balanstotaal van de Centrale Bank beliep op het ein
de van 1952 een bedrag van Zw. frs. 228 millioen, waarvan
78% bestond uit tegoeden van de aangesloten plaatselijke
kassen. Van het balanstotaal der Centrale Kas is ongeveer
Zw. frs. 100 millioen belegd in effecfen en rond Zw. frs. 75
millioen in hypotheken. De effecten bestaan in hoofdzaak
uit obligaties van de Zwitserse Staat of van lagere publiek
rechtelijke lichamen. Deze obligaties hebben in doorsnee
een korte gemiddelde looptijd. Dit bezit aan overheidsobli-
gaties geldt dan ook als de liquiditeitsreserve van de Zwit
serse landbouwcredietorganisatie.
De vermelde gegevens hebben we ontleend aan het voor
treffelijk gedenkschrift, dat ter gelegenheid van het 50-jarig
bestaan van de Zwitserse Centrale Kas werd uitgegeven. Dit
werd verzorgd door het Hoofd van de Juridische Afdeling
van de Centrale Kas, Dr. A. Edelmann.
Zoals uit het voorafgaande blijkt, was er alle reden om
de feestfrompet te steken. Dit is dan ook geschied met een
prachtig georganiseerde herdenking, die begon te Bichelsee,
waar de Z.E. Heer Traber gedurende een reeks jaren de
ontwikkeling van de Raiffeisenorganisatie geleid heeft. In