9164
gedane zaken. Ter vaststelling van deze bedragen dient het
batig saldo voor aftrek van alle restituties te worden ver
deeld en wel:
a) bij aankoop- en verbruikscoöperaties in verhouding van
de omzet der leden tot de totale omzet,
b) bij afzet- en verwerkingscoöperaties in verhouding van
de levering der leden tot het totaal der geleverde pro
ducten.
De winst, die op deze wijze uit de transacties door de leden
verkregen wordt, vormt de grens naar boven voor de aftrek
van het totaal bedrag aan restituties aan de leden. (Art. 6
van de verordening ter uitvoering van de vennootschaps
belasting, laatstelijk gewijzigd 23-5-1952).
Landbouwcoöperaties zijn van winst- of vennootschaps
belasting vrijgesteld, wanneer hun bedrijf beperkt blijft:
a) tot een gemeenschappelijk gebruik van installaties voor
landbouw of bosbouw of van de daarbij in gebruik zijnde
werktuigen, b.v. dorscoöperaties, ploegcoöperaties, teelt
coöperaties of
b) tot de be- of verwerking van de door de leden zelf ver
kregen land- en bosbouwproducten, wanneer deze be- of
verwerking in het kader van de land- of bosbouw ligt
(b.v. de zuivelcoöperaties, wijnbouwcoöperaties, coöpe
ratieve branderijen, coöperaties voor afzet van vee en
vlees en van eieren. (Art. 33 l.c.).
Bij coöperatieve credietverenigingen, die uitsluitend cre-
dieten aan hun leden verlenen, wordt de winstbelasting tot
op 1/3 verminderd. (Art. 34 bc).
Helzelfde geldt voor centrale banken, wanneer uitsluitenc
credieten aan hun leden verleend worden en zij zich tot hun
eigenlijke taak als coöperaties beperken. (Art. 35 bc.).
De voorziening in de credietbehoefte, die tijdens de ex
ploitatie van een landbouwbedrijf of van de coöperatieve
bedrijven ontstaat en die in de vorm van driemaandswissel:
kan geschieden, ondervindt met het oog op de bij de ge
westelijke centrale banken aanwezige reserves voor herfi
nanciering en met het oog op de herfinancieringsmogelijk
heden bij de centrale banken van de „Lander" of bij de coö-