9163 kapitaal onvoldoende te zijn, of wordt dit kapitaal door ver liezen lager, dan bestaat de mogelijkheid, de verplichtingen van de leden met betrekking tot het eigen vermogen van de coöperatie door statutenwijziging te vergroten. c. Op grond van de wet op de coöperaties moeten de statuten verder voorzien in de vorming van een reservefonds, daf moet dienen om een verlies, dat uit de balans blijkt, te dekken, alsmede in de wijze waarop dit gevormd moet wor den, vooral wat betreft dat deel van de jaarlijkse nettowinst, dat in het reservefonds gestort moet worden, en het mini mum bedrag, daf door deze stortingen bereikt moet wor den". (Art. 7 sub 4). De coöperaties kennen aan de reserves een grotere betekenis toe cfan maatschappijen, waarbij de grootte van het kapitaal is vastgelegd. De reserves vormen in vergelijking tot de tegoeden het meer stabiele bestand deel van het kapitaal van de coöperatie, daar zij niet zoals de tegoeden, door mutaties in het aantal leden gewijzigd kunnen worden. Bij een herziening van het coöperatierecht zullen waarschijnlijk de voorschriften omtrent de vorming van reserves nauwkeuriger omschreven worden. Voor de winstverdeling komen twee vormen in aanmer king: 1. het verlenen van een dividend op de tegoeden (dividend op grond van kapitaaldeelname), 2. het verlenen van een dividend op grond van de deelna me in het bedrijf (vergoeding van een deel van de goe- derenprijs bij aankoop-coöperaties, nabetaling op de opbrengsten bij afzet-coöperaties). Deze vorm van aan deel in de winst wordt ook goederendividend, omzet- dividend of dividend volgens prestatie genoemd. De beide genoemde vormen van deelname in de behaal de batige saldi kunnen ook met elkaar gecombineerd wor den. Fiscaal wordt de teruggave van gedeelten van de goede- renprijs aan niet-leden als bedrijfsonkosten beschouwd. Res tituties van gedeelten van de goederenprijzen aan leden gelden slechts in zoverre als bedrijfsonkosten, als de voor dit doel bestede bedragen voortvloeien uit door de leden

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 15