9162
Duitsland.
De Duitse wet op de coöperaties heett in drieërlei opzicht
maatregelen getrotfen voor de kapitaalvoorziening.
a. De leden moeten als bijdrage tot het kapitaal een som
inleggen (aandeel, tegoed), dat door middel van dividend
een aandeel in de bedrijfswinst oplevert (Art. 7 sub 2 van de
wet op de coöperaties). De stortingen, die door de leden op
hun aandeel moeten geschieden, moeten een gezamenlijk
bedrag van ten minste een tiende van dit aandeel belopen;
ook de tijd van storting moet bepaald zijn. De op de aan
delen gestorte bedragen vormen tezamen met de eventuele
bijschrijvingen van dividenden het tegoed in het bedrijf.
De storting op de aandeelen wordt de leden vergemakke
lijkt door inhouding van bepaald overeengekomen bedragen
bij betalingen die de coöperatie aan de leden moet doen.
Deze worden bij het tegoed bijgeschreven. Een typisch geval
vormt de inhouding van onderdelen van 1 Pfenning per liter
melk bij de zuivelcoöperaties. Zo dragen ook de leden b.v.
bij de wijnbouwerscoöperatie ter voorziening in de finan
cieringsbehoefte bij, doordat zij een gedeelte van de op
brengst, die hun voor de aflevering van druiven toekomt,
gedurende een bepaalde of onbepaalde tijd, rentegevend
of niet-rentegevend, in de vorm van een lening bij de coö
peratie laten staan. Dit gebeurt vooral dan, wanneer tamelijk
grote investeringen, b.v. voor de uitbreiding der wijnkel
ders, noodzakelijk zijn en een investeringscrediet voor mid
dellange of lange tijd niet verkregen kan worden.
b. De leden blijven verder garant voor de verbintenissen
van de coöperatie in de vorm van een onbeperkte of een
vooraf beperkte aansprakelijkheid (Art. 7 lid 1), welke in
geval van nood door middel van storting in contanten
tot uitdrukking komt.
De vaststelling van de grootte van het aandeel en van het
bedrag der aansprakelijkheid wordt door de statuten be
paald. De wet op de coöperaties kent ten aanzien van de
grootte van de aandelen geen maxima of minima. De wet
schrijft slechts voor, dat het bedrag der aansprakelijkheid
niet lager mag zijn dan het bedrag van het aandeel. (Art.
131).
Blijkt het op grond van de statuten opgebrachte eigen