9084 lende taak toedenkt, waartoe hij ongetwijfeld gekomen is onder de invloed der thans heersende tijdsomstandigheden, die voor de Boerenhypotheekbank vroeger niet gekende moeilijkheden hebben doen ontstaan en anderzijds de boe renleenbanken veroorloven de vleugels wat breder uit te slaan, zonder zich als Icarus aan het gevaar bloot te stellen deze te verschroeien. Ik acht hem verstandig genoeg om de eerste te zijn om ook in dit opzicht het betrekkelijke van elke aardse verhouding in te zien en tijdig op maatregelen be dacht te zijn om zich zo nodig ook anders te oriënteren. Het doet mij M. H. in deze omstandigheden buitengewoon veel leed U te moeten mededelen, dat de Zeereerwaarde Heer Doens mij een brief heeft geschreven, inhoudende dat hij wegens ziekte tot zijn spijt verhinderd is in deze vergade ring aanwezig te zijn. Terwijl ik dit ten hoogste betreur en gaarne mijn beste wensen uitspreek voor een spoedig her stel van de Zeereerwaarde Heer Doens, en ook ongetwijfeld U aller tolk ben, wanneer ik dit eveneens doe namens deze gehele vergadering, verheugt het mij in hoge mate te kunnen mededelen, dat de Heer Doens aan het bericht zijner verhin dering toevoegt, dat hij gaarne schriftelijk zijn volle instem ming betuigt met de voorstellen in hef rapport, dat hij zeer zakelijk noemt. Dit oordeel van iemand, die sinds een zo lange reeks van jaren een onvermoeibare strijder voor het werk van onze Boeren-Hypotheekbank is geweest, komt mij dermate gewichtig voor, dat ik meen U ook de motivering van zijn oordeel niet te mogen onthouden. De Heer Doens schrijft dan: „Immers die plaatselijke boerenleenbanken, welke wegens haar financiële staaf daartoe bevoegd worden geoordeeld, zullen dan in staat worden gesteld op langere termijn opzeg bare hypotheken te plaatsen tegen matige rente, waarmede op de eerste plaats de hypotheeknemers zijn gebaat, maar wat tevens in 'f geldelijk voordeel is van die boerenleen banken. En tevens zal getracht worden, om het vruchtbaar werk van de N.V. Boeren-Hypotheekbank voort te zetten en uif te breiden. Aan de Beheerders en de Directie van de N.V. Boeren-Hypotheekbank en C.C.B. betuig ik volgaarne mijn

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 8