het geld ervoor wordt verkregen door pandbrieven, die naar 9083 een vast schema worden uitgeloot maar overigens niet be hoeven te worden ingelost. De boerenleenbanken werken daarentegen in hoofdzaak met te allen tijde opvorderbare spaargelden. Het is in het algemeen absoluut in strijd met een goed bankbeleid dit geld op lange termijn uit te zetten. Niettemin kan het totaal bedrag der inlagen dusdanig groot zijn tegenover de voorschotten, die daaruit moeten worden verleend, dat het verantwoord is een gedeelte daarvan voor langere tijd vast te leggen. Maar dan zal er toch nog altijd mee rekening moeten wor den gehouden, dat de conjunctuur zich dermate kan wijzigen, dat ofwel de uitgezette gelden moeten worden terugge vraagd of daarvan een hogere rente moet worden geëist. Deze gelden kunnen dus nooit op lange termijn worden uit gezet dan met het beding, dat opzegging op korte termijn mogelijk is en dat zo nodig tot renteverhoging kan worden overgegaan. Deze gelden zijn immers onderworpen aan de wisselingen van de conjunctuur en van de rentestand. Bovendien heeft in de gedachtengang van de steller van hef rapport 'n grote rol gespeeld de overweging, dat de op komst en de uitbreiding der verzekeringen en der pensioen fondsen met hun enorme te beleggen middelen, welke instel lingen in de tijd van de oprichting der Boeren-Hypofheek- bank nog slechts een bescheiden rol speelden, de concur rentie voor de hypotheekbanken zeer aanzienlijk hebben ver zwaard, waardoor hef deze banken steeds moeilijker wordt een voldoende rente te bedingen om pandbrieven van een aantrekkelijk rente-type te kunnen uitgeven. Met deze uiteenzetting M. H., die naar ik hoop niet te lang is uitgevallen, meen ik te kunnen volstaan om nu reeds in dit openingswoord het betreffende punt onzer agenda bij U in te leiden, meer in hef bijzonder voor zover deze zaak de Boeren-Hypotheekbank aangaat. Het zal U bij de lezing van deze uitnemende en in bevattelijke vorm geschreven uiteen zetting over de taak en de positie der Boeren-Hypotheekbank naast die der boerenleenbanken op het stuk van het grond- crediet zeker zijn opgevallen, dat de steller ervan aan de Boeren-Hypotheekbank thans slechts een bescheiden aanvul-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 7