9144
organisatie bij een arbeidersorganisatie. Deze aansluiting kan
zonder veel moeite geschieden, daar statutenwijzigingen
overbodig zijn.
De ambtenaren en onderwijzers, die toch ook midden in
de dorpsgemeenschap leven, zijn middels hun bonden ook
aangesloten bij de arbeidersorganisatie. Waarom dan voor
de zaakvoerders, kassiers en agenten de oplossing zover
gezocht?
De schrijvers van bovenstaande brieven hebben getracht,
elk hunner naar eigen inzicht, de in vorige nummers der
M. M. naar voren gebrachte ideeën critisch te onderzoeken
en tot een conclusie te komen. Afgezien van het feit, of zij
er in geslaagd zijn anderen tot hun overtuiging over te halen,
mag gezegd worden dat zij hun respectieve meningen op
gedegen wijze geformuleerd hebben.
Het vreemde toeval wil echter, dat twee kassiers, die als
het ware buren zijn, practisch niets gemeenschappelijks in
hun inzichten hebben. Nu is het zo, dat noch de een noch de
ander de pretentie mag hebben een bepaald gedeelte van
het aantal kassiers achter zich te hebben; twee brieven im
mers kunnen geen maatstaf zijn voor de meningen van 590
kassiers.
Desniettegenstaande zijn wij geneigd aan te nemen, dat
wij hier wel de twee voornaamste stromingen vertegenwoor
digd zien, m.a.w. dat er op deze thema's kleine variaties
mogelijk zijn, doch dat men in hoofdzaak wel in een van
beide richtingen zal denken en zwenken.
Collega Hilderink vaart in het kielzog van collega Poels
en is vierkant voor de Boerenbond als standsorganisatie, ter
wijl hij de vakorganisatie reeds bij haar geboorte tot een
kwijnend bestaan gedoemd ziet. Hij heeft blijkbaar niet goed
begrepen, dat er een vakorganisatie gewenst werd voor kas
siers, zaakvoerders en agenten tesamen, waardoor zijn be
cijfering op een wankele basis komt te staan. Hij lanceert
verder de nieuwigheid van een stelsel van vertrouwens
mannen.
Collega Alofs kan volledig accoord gaan met het onder
brengen van de kassiers etc. in een afzonderlijke vakorga-