9136
burgerij gelukwensen aanbood. Deze bracht hulde aan de
oprichters, die hiermede de kleine boer de kans gaven op
crediet, dat vroeger met de daaraan verbonden misstanden
verstrekt werd door leverancier en winkelier. Het geluk, dat
de boerenleenbank gebracht heeft, is niet te meten. De Bur
gemeester huldigde de directeur en de beheerders, alsmede
de gouden jubilarissen voor hun verdienstelijk werk en hun
streven om de bank omhoog te stuwen.
Na deze toespraak kwam de Hoofd-lnspecteur der Cen
trale Bank aan het woord. De boerenleenbank, aldus de heer
Erkelens, is uitgegroeid tot een machtige boom, die rijke
vruchten voortbrengt. Zij biedt de boeren en tuinders van
Velden een gelegenheid voor goedkoop en gemakkelijk be-
drijfscrediet. Wij zijn dankbaar, dat er nog twee pioniers in
ons midden zijn; aan hen namens de C.C.B. de hartelijkste
gelukwensen vooral aan de heer Vermeulen, die 50 jaar lang
kosteloos voor de boerenleenbank heeft gewerkt. Hij gaf
vervolgens cijfers, welke de werkzaamheden der boeren
leenbank over de afgelopen periode demonstreerden. Het
succes van de 1300 boerenleenbanken, die Nederland
heeft, is aan drie factoren te danken: 1e. aan de zegen van
God; 2e. aan het vertrouwen van de leden; 3e. aan de om
standigheid, dat de banken werden geboren uit de nood der
tijden. Na de crisisjaren in het laatst van de vorige eeuw wil
de men aan de noodtoestanden een einde maken en om tot
verbetering te geraken, gingen de boeren zich verenigen
ten einde te bereiken, dat de landbouwende bevolking over
een eigen crediet-organisatie zou beschikken. Dat men hierin
is geslaagd, is voor een groot deel te danken aan mannen
als Rector van der Marck en wijlen Deken Souren, aan de
dorps-pastoors in het algemeen en aan de boeren en tuinders
zelf, die ongeveer 50 jaren geleden het initiatief hebben ge
nomen. Na een aansporing voor de leden, om hun boeren
leenbank te blijven steunen, dankte spreker de leden van
Bestuur en Raad van Toezicht voor hun belangeloze arbeid.
Verder richtte de geestelijke adviseur zich tot de verga
dering; hij gaf de raad, om de boeren-spaarzaamheid en
boeren-soberheid te behouden, niet toe te geven aan de
gedachte: „wij kunnen onze jongens toch geen boer meer
maken", want dit geeft schade, niet alleen op stoffelijk ge-
