9128 aan fe merken als beroeps- of bedrijfskosfen, kunnen op daartoe gedaan verzoek door de inspecteur bij de bepa ling van het belastingbedrag voor het kalenderjaar of boekjaar, waarin die giften zijn gedaan, in aanmerking worden genomen, indien: a. men schriftelijke bewijzen (kwitanties of girostrook jes) overlegt; b. de giften in totaal meer dan 2°/o van het zuiver inko men belopen en tevens een bedrag van 100,te boven gaan. Is aan de onder a en b genoemde voorwaarden vol daan dan komt, afgezien van na te melden maximum, voor aftrek in aanmerking: het totaal bedrag der gedane giften verminderd met 2% van het zuiver inkomen met dien verstande, dat het minimum van evengenoemde ver mindering altijd 100,— bedraagt, ook al is 2°/o van het zuiver inkomen minder dan 100,Aan het aldus be rekende voor aftrek in aanmerking komende bedrag is echter een maximum gesteld n.l. de aftrek kan nooit meer bedragen dan 3% van hef zuiver inkomen. In tegenstelling met de zakelijke giften moet men dus bij deze gitten beginnen te bewijzen en wel op een be paalde wijze n.l. schriftelijk, terwijl aan deze giften een door de wet bepaald maximum is gesteld, hetgeen niet het geval is bij de zakelijke giften. B. Loonbelasting. De werknemer, die in het vorige kalenderjaar aan loonbe lasting was onderworpen en niet in aanmerking komt voor een aanslag in de inkomstenbelasting over dat jaar is dit laatste wel het geval dan geldt de hiervoor onder A. 2 weer gegeven regeling, kan aan de inspecteur verzoeken, dat op het loon, alvorens de belastingtabel daarop wordt toege past, een bedrag in mindering wordt gebracht wegens het vorig jaar gedane giften aan hier te lande gevestigde kerke lijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke en het alge meen nut beogende instellingen. De inspecteur zal aan dat verzoek gevolg geven indien: a. de werknemer door overlegging van schriftelijke bewijs stukken de giften aantoont,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 52