9123 wordt gesteld is gunstig, terwijl de eenvoud van de regeling een ware verademing bezorgt aan eenieder die enigszins op de hoogte is van het labyrint van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden. Bij deze schade heeft de Regering toch nog kans gezien om langs twee verschillende wegen het haar zo dierbare draagkracht-principe in de vergoedingsnormen tot uitdruk king te brengen. Waar zij de vergoeding voor grotere be drijfspanden beperkt, lijkt ons deze poging echter slecht ge slaagd, terwijl wij ook wel enige principiële tegenstand te gen deze bepaling verwachten. 7. Vervreemding en vererving van de bijdragen. De wet op de Materiële Oorlogsschaden liet in beginsel de mogelijkheid tot het vervreemden van de bijdragen open, maar eiste wel de voorafgaande goedkeuring van de mi nister. Op het punt van de vererving stelde zij in het geheel geen beperking, behalve bij de regeling der huisraadschade, die echter in dit ontwerp in het geheel niet voorkomt. Thans is behoudens de hiervoor genoemde uitzonderingen in be ginsel iedere vervreemding en vererving uitgesloten, en heeft de minister daarnaast de bevoegdheid om bij wijze van gunst van deze regel af te wijken, bij welke gelegenheid hij dan nog naar eigen inzicht de bijdrage mag verlagen. Voorop moge staan dat hier de slachtoffers van de Waters- nocdschade principieel slechter worden behandeld dan de oorlogsslachtoffers. Er zouden dus wel heel zwaarwegende mofieven voor de regering moeten bestaan, wilde deze afwij king van het oorlogsschaderecht verantwoord zijn. Ten aanzien van het verbod van vervreemding, waarbij men op de eerste plaats aan verkoop van het recht op de bijdrage heeft te denken, is het argument van de regering, dat een schadevergoeding, die ten laste van de gemeenschap wordt gegeven, geen handelswaar mag zijn. Ditzelfde argu ment zal wel de achtergrond zijn geweest, waarom de Mi nister voor Wederopbouw en Volkshuisvesting tot voor kort steeds de toestemming weigerde voor de overdracht van een Rijksbijdrage voor een door oorlogsschade verwoest pand. Deze overdrachten werden niet goedgekeurd, blijkbaar omdat hiermede een schadevergoedingsrecht tot handels- w»r zou worden gemaakt. Men vergat ten departemente

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 47