9121 de landbouwsector kunnen hier gedurende vele jaren aan zienlijke verliezen aan de getroffenen worden berokkend, waardoor niet alleen hun bestaansniveau maar zelf hun be staanszekerheid in gevaar kan worden gebracht. De geheel bijzondere omstandigheden wettigen naar onze mening in dit geval de vergelijking met de oorlogsschade niet, en dit te minder nu over de bijdragen voor de Watorsnoodschade door het Rijk geen rente zal worden vergoed. 3. Naschade. De werking van het zeewater kan niet worden vergeleken met die van een granaat of bom. Bij bominslag kan men aanstonds constateren welke schade is veroorzaakt. De in de drooggelopen gebieden achterge bleven schadelijke bestanddelen van het zeewater kunnen echter nog jaren na het drooglopen schade aanrichten aan gebouwen of inventaris. Met deze zogenaamde naschade is in de wet onvoldoende rekening gehouden en het verdient aanbeveling, dat alsnog een regeling in de wet wordt opge nomen, waarbij volgens bepaalde normen, afhankelijk van de duur der zilte inundatie, de nog te verwachten naschade voor gebouwen, bedrijfsuitrusting en voorraden door het Rijk wordt afgekocht. 4. Herstel van grond in nafura. Het grootste gedeelte van de schade aan de grond zal volgens de Memorie van Toelichting in natura worden her steld. 300 Hectaren zullen echter als blijvend verloren moe ten worden beschouwd. De getroffen eigenaren van deze verdwenen grond moeten zich echter tevreden stellen met de in het wetsontwerp in het vooruitzicht gestelde magere schadevergoeding. Dit schept een onbillijke tegenstelling binnen dezelfde categorie van getroffenen. In de gerechtvaardigde verwachting, dat de Regering de billijkheidsargumenten niet alleen hanteert, wanneer zij daar van besparingen kan verwachten, mogen wij veronderstellen, dat deze onbillijkheid zal worden weggenomen. Daartoe dient het beginsel in de wet te worden opgenomen, dat de vergoeding voor grondschade zal geschieden ofwel door herstel van de beschadigde grond ofwel door toewijzing van nieuwe grond. Waar toewijzing van grond in feite niet

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 45