9079
VERSLAG VAN DE ALGEMENE VERGADERING DER N.V.
BOEREN-HYPOTHEEKBANK, GEHOUDEN TE EINDHOVEN,
OP 4 MEI 1953.
De Algemene Vergadering der N.V. Boeren-Hypotheek-
bank werd voorgezeten door de heer Mr P. Truyen, Presi
dent van de Raad van Commissarissen. Deze opende de ver
gadering met de christelijke groet en, nadat hij de aanwezi
gen had welkom geheten, hield hij de volgende inleiding:
Het jaarverslag, dat U is toegezonden, begint met te con
stateren, dat aan de voortdurende stijging van de algemene
rentevoet, waarvan in het vorig verslag sprake was, reeds in
de eerste helft van 1952 een einde is gekomen en dat de
rente gedurende het verdere verloop van het boekjaar zich
in dalende richting heeft bewogen, terwijl bij het einde van
het jaar het diepste punt nog niet was bereikt. In overeen
stemming daarmede daalde ook de pandbriefrente en wel
van 4j^#/o tot 4%, en werd eveneens de hypotheekrente
lager gesteld.
De vraag naar hypothecair credief bleef onverminderd aan
houden. Er werd voor ruim 7x/i millioen aan leningen ge
plaatst. Bij het einde van het jaar was het bedrag aan uit
staande leningen opgelopen tot 9.474.786,89, waarvan U
de grootte en de ligging van het onderpand in het verslag
vindt gespecificeerd. Daartegenover stond een bedrag van
J 9.471.300,aan uitgegeven pandbrieven en opgenomen
leningen op onderhandse schuldbekentenissen van verschil
lende rentefypen, die eveneens in het verslag zijn vermeld.
Nu bepaalt artikel 53 onzer Statuten, dat het totale nomi
nale bedrag der in omloop zijnde pandbrieven, waarbij te
rekenen de onderhandse leningen, het tienvoud van het ge
plaatste maatschappelijk kapitaal niet mag te boven gaan.
Aangezien dit kapitaal 1.000.000,bedroeg, was het
noodzakelijk dit te verhogen. De Raad van Commissarissen
heeft daarom op voorstel van het Bestuur bepaald, dat nog
voor 1.000.000,aandelen zouden worden uitgegeven,
waardoor wederom de nodige ruimte is verkregen om nieu
we hypotheken te kunnen verlenen.