9097
komt nog voor het Nederlandse coöperatiewezen, evenals
voor het Nederlandse bedrijfsleven in het algemeen de last
van de sterk opgeschroefde belastingen.
De ondernemingswinsf, die op een voor het bedrijf zeer
onvoordelige wijze wordt bepaald, n.l. met toepassing van
beperkte afschrijvingen op de historische kostprijs der be
drijfsmiddelen, wordt voor de helft wegbelast. Een ontwikke
ling van het eigen kapitaal van de coöperatieve onderne
ming, die enigszins gelijke tred houdt met de toeneming
van de financieringsbehoeften, wordt daardoor belemmerd.
Waar de reservevorming achterblijft, dienen de aanspra
kelijkheidsregelingen te worden verhoogd. Allereerst bij de
plaatselijke coöperaties, waar gelukkig de boeren en tuin
ders begrip hebben voor de tijdsomstandigheden en inzien,
dat de gulden van vandaag niet meer dezelfde waarde heeft
als de gulden van vroeger. Bij de centrale coöperaties, der
halve in de verhouding van de plaatselijke tot de centrale
coöperaties, zijn de aansprakelijkheidsregelingen dikwijls nog
onvoldoende aangepast.
Daarnaast dienen ook de beschikbare .financieringsmidde
len aan de toegenomen financieringsbehoeften te worden
aangepast. Daarbij moet vooral erop worden gelet, dat de
vaste bedrijfsmiddelen met voldoende op lange termijn ter
beschikking staand kapitaal worden gefinancierd, opdat het
gevaar van onderkapitalisering van de vaste bedrijfsmidde
len en daarmede het gevaar, dat niet voldoende bedrijfs
kapitaal kan worden aangetrokken, wordt voorkomen. Het
begrip is levendig, dat het coöperatiewezen niet bij voort
during kan blijven leunen op invesferings- en bedrijfscredie-
ten, ook wanneer deze kunnen worden opgenomen, zoals in
Nederland ruimschoots het geval is, bij het coöperatieve
landbouwcrediet. De moderne ontwikkeling stelt haar eisen
en steeds grotere kapitalen zijn nodig. Zulks brengt mede
dat, indien de eigen financieringsmiddelen van de coöperatie
niet toenemen, in feite wordt achteruitgeboerd. Straks zal
immers meer kapitaal nodig zijn om aan de eisen van de tijd
beantwoordende nieuwe investeringen te kunnen financieren.
Het grote vraagstuk is derhalve hoe het eigen vermogen
of de eigen financieringsmiddelen van de coöperaties kun
nen worden vergroot. Dit zou kunnen geschieden door in
houding van exploitatieoverschotten bij wijze van interne