9095 afgezet, of door inhouding op winsten, die aan het lid toe komen, maar hem niet in contanten worden uitbetaald. De ingehouden bedragen worden somtijds in certificaten omge zet. Men komt verschillende benamingen tegen voor derge lijke certificaten, zoals „certificates of indebtness, certificates of interest, advance fund certificates, revolving fund certifi cates en patron capacity reserve certificates". Ongeacht de benaming hebben zij allen dezelfde verschijnselen gemeen. De certificaten hebben betrekking op bijdragen van de leden in het kapitaal van de coöperatie naar verhouding tot de zaken, die door ieder lid met de coöperatie worden ge daan. Zij vertegenwoordigen kapitaalsommen, die aan het lid toebehoren en gewoonlijk op een later tijdstip aan hem worden uitbetaald. Gewoonlijk dragen zij rente en zijn tot op zekere hoogte vergelijkbaar met beleggingen in preferent kapitaal van de coöperatie. Het kapitaal, dat door deze cer- titicaten vertegenwoordigd wordt, heeft een gelijke financie ringsfunctie als hef overige financieringskapitaal, waarover de coöperatie beschikt. Het vertegenwoordigt de wettelijke aan spraken van het lid op een deel van het kapitaal van de coö peratie. De certificaten zijn schuldbewijzen voor de kapitaals bedragen, die de coöperatie aan de leden schuldig is. Hoe zeer het certificaat een schuldvordering uitdrukt van het lid op de coöperatie, heeft toch practisch deze schuld het ka rakter van preferent aandelenkapitaal, doordat als regel, hetzij krachtens de wet van de desbetreffende staat dan wel ingevolge statutaire regeling, de vordering van de leden op de coöperatie uit dezen hoofde is achtergesteld bij de vor deringen van andere schuldeisers. De toepassing van het „revolving capital system" wordt wel vergeleken met een watermolen, waarbij het water de ingehouden bedragen op de aan de leden toekomende opbrengsten het wie! doet draaien van het bedrijf der coöperatie. Aan het einde van de omloopperiode wordt het water toegevoegd aan de grote stroom, d.w.z. dat de inge houden bedragen wederom worden toegevoegd aan de op brengsten, die aan de leden ten goede komen. Zo komt bij de coöperatieve zuivelfabrieken de regeling voor, dat 10 ct. wordt ingehouden per 100 KG. geleverde melk. Per jaar worden voor het totaal bedrag daarvan aan de leden certificaten uitgereikt, bijv. in coupures van 10 of

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 19