9090 leven is blootgesteld, te kunnen stand houden en tenslotte de sterk gestegen prijzen van voorraden en verdere bedrijfs- uitgaven hebben de behoefte aan financieringsmiddelen doen groeien, terwijl de aantrekking daarvan moeilijkheden oplevert. In dit verband spreekt men van kapitaalschaarste, zowel in actieve als in passieve zin. In laatstbedoelde bete kenis verstaat men onder kapitaalschaarste, dat voor het op peil houden van de welvaartsverhoudingen in een land, of voor de verhoging daarvan, de aanwezige kapitaalgoederen in verhouding tof de andere productiefactoren, zoals arbeids krachten en ondernemingscapaciteiten, te kort schieten. In actieve zin betekent de kapitaalschaarste, dat de bronnen, die de geldelijke middelen moeten opleveren voor de nood zakelijke investeringen in kapitaalgoederen ontbreken. Hierbij speelt de onttrekking van middelen door de fiscus een grote rol, waardoor in verschillende landen ook de landbouw coöperatie wordt getroffen. Vóór de oorlog konden veelal de financieringsmiddelen tijdens de duur van de bedrijfsvoe ring worden verworven door inhouding van exploitatieover schotten, d.w.z. door interne reservering, zonder dat de fis cus daarvan zijn aandeel eiste. Met interne reservering kan worden gelijk gesteld de afschrijving op bedrijfsmiddelen boven de bij de toepassing van de winst- of vennootschaps belasting toegelaten fiscale afschrijving, die, zoals in Neder land het geval is, op de historische kostprijs is gebaseerd. De continuïteit van het bedrijf, waarop ook in het coöpera tieve bedrijfsleven het financiële beleid moet zijn gericht, stelt tot eis, dat de afschrijvingen op de vervangingswaarde worden gebaseerd, die in de meeste gevallen de kostprijs der bedrijfsmiddelen aanzienlijk zal te boven gaan. Hier mede hangt samen het financieringsverschijnsel, dat voor landbouwcoöperaties, die onder dergelijke fiscale verhou dingen werkzaam zijn, typisch is, n.l. dat van de ledenreke ning zoals het in ons land wordt genoemd, of van het re- volverende kapitaalsysteem, dat wij in het Amerikaans coö peratiewezen tegenkomen. Deze financieringsverschijnselen in het Nederlandse en Amerikaanse coöperatiewezen zullen wij thans nader onder ogen zien, waarbij rekening zal worden gehouden met de verschillende financieringsvormen resp. voor de investerin gen, lopende bedrijfsuitgaven en de goederenvoorraden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 14