9089
algemeen de figuur legen, dat de leden hun ondernemers
functie als zodanig aanvaarden door het lidmaatschap en wel
in verband met de in de statuten der coöperatie neergelegde
aansprakelijkheidsregeling als gevolg waarvan de leden
voor de tekorten van de coöperatie kunnen worden aange
sproken, indien het vermogen van de coöperatie zelf bij de
vereffening onvoldoende mocht zijn.
Bij de oprichting van een coöperatie is eventueel slechts
de ledenaansprakelijkheid aanwezig. Deze is nog geen reëel
eigen kapitaal in het heden, doch een aanduiding van de
in de toekomst te verwachten eigen middelen. Door hun
lidmaatschap van de coöperatie aanvaarden de leden voor
een deel het risico van de onderneming, dat het bedrijf van
de coöperatie oplevert en daarmede de typische onderne
mingsfunctie. In de naamloze vennootschap geschiedt zulks
door de beschikbaarstelling van eigen kapitaal. Dit kan bij de
coöperatie ontbreken. Hieraan ontleent de financiering van
de landbouwcoöperatie, zoals wij die in onze West-Euro-
pese land- en tuinbouw tegenkomen, haar eigen aspecten,
hoezeer de algemene financieringsbeginselen daarbij even
eens van toepassing blijven. Deze betreffen in de eerste
plaats de verhouding, die aanwezig zal moeten zijn, tussen
het eigen risico-dragend kapitaal, (ongeacht of dit is inbe-
taald kapitaal dan wel wordt aangetrokken op basis van
ledenaansprakelijkheid) enerzijds en vreemde middelen an
derzijds. Vervolgens betreffen deze algemene financierings
beginselen een financiële beleidsvoering, die gericht moet
zijn op de continuiteit van het bedrijf der coöperatie en
haar verdere ontwikkeling. Een voldoende reservering of
inhouding van eigen middelen uit exploitafieoverschotten is
daartoe vereist.
3. Het financieringsprobleem in de na-oorlogse omstandig
heden.
In dit licht bezien zijn de financieringsproblemen voor onze
landbouwcoöperaties in de na-oorlogse omstandigheden
aanzienlijk verzwaard. Herstel van oorlogsschade, inhalen van
nagelaten onderhoud en vervanging, modernisering van de
bedrijfsapparatuur gepaard gaande met een dikwijls nood
zakelijke concentratie van bedrijven om in de concurrentie,
waaraan ook in de meeste landen het coöperatieve bedrijfs-