9027
dit zegt, is het wederom in goed gezelschap, en wel van
niemand minder dan de voorzitter van de Katholieke Neder
landse Boeren- en Tuindersbond, die volgens een bericht,
dat Zaterdagavond met grote letters in de courant stond, ge
zegd heeft, dat de Nederlandse boeren en tuinders niet mo
gen klagen en dat de opbrengst in 1952 dank zij de export
goed te noemen is. Deze gunstige ontwikkeling ziet men
weerspiegeld in de toenemende activiteit van de boerenleen
banken, waarvan de omzet van 2,1 milliard in 1951 steeg
tot 2,4 milliard in het afgelopen jaar, terwijl zich daarnaast
het verschijnsel blijft ontwikkelen, dat de omzetten op lopen
de rekening voortgaan te groeien in verhouding tot de om
zetten op de spaarrekeningen. Ook de inlagen op de spaar
rekeningen namen echter zeer belangrijk foe.
Het verslag besluit zijn overzicht van de gang van zaken
bij de aangesloten boerenleenbanken met te vermelden, dat
de rendabiliteitspositie der locale banken in het algemeen
bevredigend bleef, nieffegensfaande de lasten stegen in ver
band met de toenemende kosten ter zake van lonen, salaris
sen en sociale lasten alsmede terzake van de hogere rente
vergoeding van de toevertrouwde spaargelden. Terwijl nu die
hogere rentevergoeding een aangelegenheid is, die in het
bijzonder onze organisatie betreft, is het in de bankwereld
een algemeen verschijnsel, hetwelk voor vele instellingen tot
niet geringe zorgen aanleiding geeft, dat de bedrijfsonkosfen
in sterkere mate stijgen dan de opbrengsten van het bedrijf.
Met name zijn de lonen en sociale lasten zeer aanzienlijk
gestegen. En vooral geldt dit voor een in de laatste jaren
bijzonder op de voorgrond fredend onderdeel dier lasten n.l.
de pensioenregelingen van het personeel, wat bij onze boe
renleenbanken bijna uitsluitend de kassiers zijn. En het is
daarom dat ik mij veroorloof over dif punt een weinig meer
uit te weiden.
Het is U bekend, M. H. dat in onze vorige Algemene Ver
gadering met betrekking tof de pensioenvoorziening van de
kassiers der locale banken een drieledig besluit werd geno
men.
Vooreerst werd besloten, dat de kassiers, die op 1 Januari