9063
hef te niet gaan van de daardoor gestelde hypotheek ten
gevolge. De debiteur, die zijn schuld betaalt kan daarom
van de Bank toestemming verlangen de door hem gestelde
hypotheek fe laten doorhalen. Te dien einde moet door
het bestuur van de Bank en dus niet door de kassier, die
daartoe statutair niet bevoegd is een door de notaris op te
maken royementsvolmacht worden ondertekend, welke moet
worden ter hand gesteld aan de notaris, die de cliënt met
het doorhalen van de hypotheek wenst te belasten. Even
zeer als voor de inschrijving zelve is, n.l. voor de doorha
ling de medewerking nodig van de notaris. De daarop val
lende kosten komen uiteraard in hun geheel voor rekening
van de betrokken cliënt. Het bestuur mag een volmacht tot
royement niet tekenen, tenzij een daartoe strekkend besluit
door het bestuur is genomen, dat dan ook duidelijk moet
worden genotuleerd; dit zelfde geldt bij het tekenen van een
volmacht tot gedeeltelijk royement, waarbij in de gevallen,
waarin overeenkomstig de statuten de betrokken uitlening
onder goedkeuring van de Raad van Toezicht en van de
Centrale Bank geschiedde, ook voor dit royement die zelfde
goedkeuring tevoren moet worden verkregen. Van volmach
ten tot royement moet steeds een volledige copie worden
genomen en in het betrokken dossier bewaard.
Uit het feit, dat bij aflossing van de; schuld de daarvoor
gestelde hypotheek verdwijnt, volgt tevens, dat dezelfde hy-
pofheekakte niet meer kan dienen voor het verstrekken van
een of meer nieuwe voorschotten aan dezelfde debiteur.
Juist hierin schuilt het grote verschil tussen z.g. vaste hypo
theken en crediethypotheken. Ook wanneer men de voor
schotnemer in de gelegenheid zou stellen bedragen, die
op het voorschot zijn afgelost, later weder op te nemen
zouden deze door de Bank terug te geven bedragen niet
meer zijn gedekt door de hypotheek of door de andere
zekerheid voor de oorspronkelijke schuld gesteld, daar door
hef teruggeven van de eenmaal afgeloste bedragen in feite
een nieuwe geldlening ontstaat, ook' al boekt men ze in
Grootboek II bij op hetzelfde folio als waarop de bestaan
de lening wordt geadministreerd. Afgeloste bedragen mo
gen daarom nooit meer worden teruggegeven; wat een
maal is afgelost, dient afgelost te blijven.
Wanneer de Bank, naast hypothecaire zekerheid door de