9023
zijde van 1952 doch roerde hij ook nog enkele andere pun-
fen aan o.a. hef onderbrengen van de pensioen-voorziening
der beambten van de Centrale Bank bij het Jan Truyenfonds,
waartoe het in werking treden van de Pensioen- en Spaar
fondsenwet mede de aanleiding vormde. Tevens werd inge
voerd het beginsel der verplichte bijdrage in de pensioen
verzekering door het personeel tof een maximum van 7lA°lo
van het salaris. De rede van de heer Fleskens is een weinig
verder in deze Mededelingen volledig opgenomen.
De Voorzitter der vergadering bedankte de heer Fleskens
voor zijn toelichting, waarna de Balans en Verlies- en Winst
rekening over 1952 met voorstel tot winsfverdeling, de Reke
ning en Verantwoording van hef Onderling Waarborgfonds
over 1952 en de Rekening en Verantwoording van het Ga
rantiefonds voor Land- en Tuinbouw over 1952 werden goed
gekeurd, onder décharge van de directie, het bestuur en de
toezichthoudende organen voor het gevoerde beheer.
Bij punt 5 en 6 der agenda kwamen de periodieke verkie
zingen aan de orde. De heren van Kampen, Opfergelt en
Thijssen werden herkozen als lid van de Raad van Toezicht,
terwijl in de vacature, ontstaan door het bedanken van de
heer A. Smits, voorzien werd door de keuze van de heer
Jos. Zegers te Schayk. Tof Bestuurslid werd herkozen de heer
A. N. Fleskens te Geldrop.
Verder kwam aan de orde punt 7 der agenda nl. het Rap
port inzake taak en positie der N.V. Boeren-Hypotheekbank
naast die van de Boerenleenbanken op het stuk van het
grondcredief, welk rapport is opgenomen in de Maande
lijkse Mededelingen van Maart 1953. In aansluiting aan dit
rapport hield de heer Mr Ph. van Campen, Directeur, een in
leiding, waarvan de volledige tekst in dit nummer van de
Mededelingen eveneens is afgedrukt.
Naar aanleiding van de inleiding van Mr van Campen meld
den zich uit de vergadering verschillende sprekers, die hun
instemming betuigden met de verruiming der mogelijkheden
tot voorschot- en credietverlening door de boerenleenban
ken en in het bijzonder met de daarbij aan Waterschappen
en Polders toegekende plaats. Op een voorzichtig beleid
fen aanzien van de taxaties werd door enkele beheerders