9041 alleen het jaar van de grote ommekeer, waarin de onttrek king van middelen van de voorafgaande jaren plaats maak te voor een belangrijke stijging der deposito's, het jaar 1952 was ook het jaar van de consolidatie. Van de gunstige gang van zaken kon worden gebruik gemaakt om de positie van de Centrale Bank en daarmede van de gehele boerenleenbankorganisatie krachtig te ver sterken. Op verschillende punten komt dit tot uitdrukking. Allereerst kon de liquiditeifsposifie van de Centrale Bank worden verbeterd. Het bedrag van de op korte termijn be schikbare gelden steeg, zoals blijkt bij vergelijking van de balansen per ultimo 1951 en per ultimo 1952, van 97 tot 146 millioen. Hieruit zou kunnen worden geconcludeerd, dat de Centrale Bank zich geheel afzijdig zou hebben ge houden van activiteit op het stuk van nieuwe beleggingen. Het tegendeel is hef geval. Het Bestuur van de Centrale Bank heeft deze nieuwe beleggingen evenwel tot stand ge bracht door zoveel mogelijk laag rentende beleggingen, daterende uit de periode van de eerste na-oorlogse jaren, af te stoten en daarvoor in de plaats over te schakelen op hoger rentende beleggingen. Daarbij kon gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden, die het verslagjaar bood, tof het plaatsen van leningen bij gemeenten tegen een aan trekkelijke rentevoet. De afstoting van de bedoelde laag- rentende beleggingen bracht wel een verlies mede. Dit ver lies werd tot een bedrag van 1,4 millioen gebracht ten laste van de Verlies- en Winstrekening over het boekjaar 1952. Hiermede is echter de interne financiële positie van de Centrale Bank alsmede de toekomstige rendabilifeifsposi- tie van de Centrale Bank aanmerkelijk verbeterd. Reeds kon den hiervan in het lopende jaar de vruchten worden geplukt door een verlaging van de debetrente voor de bedrijfs- financieringen van de Centrale Bank, terwijl de creditrente, die over de deposito's der boerenleenbanken wordt ver goed, kon worden gehandhaafd. Ook de kapitaalspositie van de Centrale Bank kon aan merkelijk worden versterkt. Aan de ene kant zien we, dat de bedrijfsfinancieringen van de Centrale Bank werden te ruggebracht van rond 80 millioen tot 63 millioen als

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1953 | | pagina 21